89 zich het geval voor, dat de soort van vijand van invloed was op de sterkte aan cavalerie. Men meende nl. dat de Boniërs ruiterscharen tegenover ons zouden stellen. Gaan we eenige door ons gevoerde oorlogen na, dan zien we, dat in den Java-oorlog veelvuldig gebruik gemaakt werd van sterke cavalerie-afdeelingen. Bij de 3e Balische expeditie was slechts een detachement van 25 man toegevoegd aan ruim 4000 man infanterie. Bij de 2e expeditie tegen Atjeh was gerekeud op een detachement cavalerie bij elk der drie brigades. Daar echter bij de operatiën de brigades niet afzonderlijk zouden ageeren, was 't beter de cavalerie, sterk 4 officieren en 75 minderen, vereenigd te houden. Over het algemeen werd de cavalerie meer gebezigd voor ordon nansen dienst dan als verkenningswapen. In de laatste jaren zien we echter de cavalerie meer tot haar recht komen en daardoor ook hare sterkte opvoeren. Bij de Edi-expeditie in 1890 was de sterkte één peloton bij elk bataljon infanterie. Gedurende de Pedir-expeditie bevonden zich bij de Segli-colonne drie pelotons cavalerie, terwijl voor ordonnansen dienst bovendien ingedeeld waren1 wachtmeester en 12 cavaleristen. Bij de Selimoen-colonne bevonden zich 2 pelotons cavalerie op 5 compagnieën infanterie. De sterkte aan genietroepen zal mede afhankelijk zijn van het gebruik, dat men er van denkt te maken. Bij de 3e Baiische expeditie had men 4 officieren en 147 minde ren op ruim 4000 man infanterie, bij de 2e Atjeh-expeditie twee compagnieën mineurs en sappeurs, elk sterk 5 officieren en 120 min deren, twee afdeelingen geniewerklieden sterk 60 minderen, 40 vrije ambachtslieden en 210 vrije koelies op een sterkte van ruim 6500 man. Bij de Pedir-expeditie bevonden zich bij de Segli-colonne drie sectiën genietroepen, benevens een detachement van 12 geniewerklieden. Bovendien waren bij de colonne ingedeeld drie seinbrigades. Tot het opnemen en in teekening brengen van het terrein, waarop geageerd wordt, dient, vooral in weinig door ons bezochte streken, personeel van den topographischen dienst medegenomen te worden. Dit personeel staat onder het onmiddellijk bevel van den chef van den Gen. Staf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 55