528 stuk van defensie volkomen homogeen zijn en dat de organisatie van leger en vloot geheel en al verband met elkander houden. Alvorens onze beschouwingen te eindigen, willen wij nog met een enkel woord op de volgende punten wijzen: blz. 6 der brochure. Tegenover hetgeen de heer E. hier aanvoert, om de onzeevaardigheid van het type Kortenaer te bewijzen, staat o.a. het rapport van den kaptn. t/z. J. E. Sickens over de reis van Hr. Ms. Piet Hein naar Indië (blz. 158 v,h. Jaarboekje der Kon. Ned. Zeemacht van 1898/99), waarin o.m. voorkomt: „Tijdens het stormachtige weder, onder- avonden in den mond van het Eng. Kanaal en in de Golf v. Biscaya, „heeft Hr. Ms. Piet Hein getoond een goed zeeschip te zijn." Op de zelfde bladzijde haalt de heer E. een ongunstig oordeel aan van Nauticus in zijn Jahrbuch für Deutschlands Seeinteressen over de torpedo booten, voor welker aanbouw door den minister gelden zijn aangevraagd. Nauticus heeft waarschijnlijk gedoeld op de torpedobooten van Duitsch- land, overeenkomende met onze torpedobooten „Cerberus," „Ardjoeno" van 85 ton en 125 voet lang (21 mijlsvaart). Yan deze soort is No. S. 41 verongelukt. Het type Boa is lang 150 voet en heeft 115 ton waterverplaatsing (vaart 26 3/4 mijl). Omtrent de zeevaardigheid zeide de minister Roëll o.a. in de 1ste Kamer der Staten Generaal„De Oostenrijksche torpedo- „boot Boa heeft volgens bekomen inlichtingen op de reis van Engeland „naar Triëst, met slecht weder bewezen een zeer goed zeeschip te zijn, „en ben ik overtuigd, dat de torpedobooten van dat type ook op onze „kusten zullen voldoen." blz. 17)18. De heer E. wil een geheel glad dek hebben. „Het schip heeft geen bovenbouw. Aan de over het dek passeerende „projectielen worden de schoorsteenen als eenige hindernis geboden". Sloepen zijn er niet, evenmin electrische zoeklichten, ook een comman dotoren blijft als onnut achterwege. Bij ons rijst twijfel aan de mogelijkheid van een dergelijke oplossing. Is er dan in het geheel geen mast, geen kompas, dat naar wij meenen altijd vrij hoog moet worden opgesteld, kan men geheel zonder luchtkokers volstaan? Bljjft een commandotoren zelfs al maakt de commandant er geen gebruik van niet noodig voor den roergangèr, voor de communicatie middelen, van welke de commandant of een zijner ondergeschikten zich bedienen moet om zijn bevelen naar beneden over te brengen Hoe worden op de grootere afstanden seinen gewisseld zonder elec- trisch licht? Wat de schrijver bedoelt met het zich in vredestijd behelpen zonder sloepenis niet duidelijk. Hoe doet men zulks, wanneer er een man over

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 560