530 Over deze proefneming en de daaruit te trekken conclusies geeft het artikel Les ayisos-mortiers van W. de Duranti in het „Journal de la Marine. Le Yacht" van 3 Maart 1900 ons gegevens, die tot geheel andere opvattingen leiden dan die van den heer E. Duranti acht de bewapening van een tweetal Fransche schepen (Bombe en Dragonne) met mortieren gelijkstaande met het nemen van een lot in een loterij in de hoop van een hoofdprijs te trekken. Misschien zest hij zou het aan een van hen nog eens gelukken het gelukschot op de Panama af te geven. Ter bekorting zullen wij ons hier hoe ver leidelijk zulks ook wezen moge van aanhalingen uit het artikel ont houden, doch wij kunnen de lezing er van niet genoeg aanbevelen. blz. 29. Schrijver wijst hier op de resultaten tijdens de vlootmanoeu- vres van 1899 door de Engelsche schepen van het type „Destroyer" behaald, ongepantserde schepen, ongeveer ter grootte van het door den heer Evoorgestelde type-schip en nog lichter bewapend. Mogen wij er hier op wijzen, dat die resultaten alleen het gevolg waren van de buitengewone vaartsnelheid (30 a 35 mijl), waarover die schepen konden beschikken. Hiermede zijn wij aan het einde gekomen van de taak, die wij ons gesteld hebben. De heer E. stelde er prijs op zijn brochure in het I. M. T., dat in hoofdzaak op marinegebied niet-deskundige lezers telt, besproken te zien. Mogen wij er in geslaagd zijn, die lezers er toe te bewegen persoonlijk de studiën van den heer E. ter hand te nemen en hun gedachten over de meerdere of mindere juistheid zijner denkbeelden te laten gaan. Zeer zeker is de arbeid van den heer E. dit ten volle waard. Eed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 562