VEAAGSTUKKEN VAN DEN DAG. De schietopleiding der Infanterie. Er bestaat een principiëel onderscheid tusschen het Nederlandsche en het Nederlandsch-Indische leger. Dit moge zonneklaar zijn: de ge volgen zijn het blijkbaar niet. Ziet men toch ginds de miliciens opko men, afgericht worden en daarna plaats maken voor eene nieuwe lichting, dan is het gevolg, dat de officieren en het kader steeds onderwijs blijven geven. Hier in deze gewesten daarentegen, wordt het materiaal, na afgericht te zijn, behouden, waaruit het groote voordeel wordt geboren, dat men niet het geheele leger dienstbaar behoeft te maken aan het onder wijs doch slechts een deel van het organismus, i. c. de depot-bataljons. Als logisch gevolg verkrijgt men dus de stelling: de Indische officier onderwijst niet altijd, de Indische soldaat krijgt slechts onderwijs bij het depot-bataljon. Toetst men nu de praktijk aan dit grondbeginsel, dan moet men de ge volgtrekking maken, dat een grens tusschen onderwijs en toepassing niet getrokken wordt, de officier en het kader overal en altijd optreden als on derwijzer, zoodat de veronderstelling gewettigd is, dat men, met voorbij zien van de consequenties, zich verlaten heeft op de Nederlandsche regle menten, wier fundamenten rusten op specifiek Nederlandsche toestanden. Zoo is de noodzakelijkheid geboren om bij de veldbataljons nog de voorbereidende schietoefeningen te onderwijzen, zöo heeft men den com mandant eener veldcompagnie genoodzaakt om soms nog het werktuigelijk tirailleeren te moeten onderwijzen, zoo is het feit te verklaren, dat het leggen van knoopen en het maken van sjorringen nog bij de veldbatal jons onderwezen moeten worden, en men den veldsoldaat, die de meest woeste terreinen te Atjeh doorkruist heeft, een molshoop laat beklimmen, welke het voorschrift voor de gymnastiek bestempelt met den weidschen titel van „steile hoogte." Op deze wijze verkwist men den tijd, benoodigd voor de toepassingen van hetgeen de man kent a. d. z. het gevechtschieten op onbekende afstanden, waarbij het schatten van afstanden in praktijk wordt gebracht, het partij- schermen het aanvallend en verdedigend gevecht in verschillende terreinen, het bivakkeeren, waarbij het maken van afdaken, kookinrichtingen, put ten, privaten en loopgraven met versperringen toegepast moet worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 563