44
Paardenkarren hebben het voordeel, dat zij zich op goede wegen
vlug bewegen en dan infanterie kunnen bijhouden. Ossen- of kar
bouwenkarren zijn te verkiezen op slechte en hellende wegen, waar
paardenkarren niet of moeielijk te gebruiken zijn.
In 1877 en volgende jaren maakte men te Atjeh gebruik van
paardenkarren op nieuw aangelegde vlakke wegen. Zij werden door
2 Javaansche paarden getrokken en konden 250 KG. dragen.
Bij de 2e Bonische expeditie getroostte men zich de moeite van het
aanleggen van wegen om karren voor den trein te kunnen bezigen.
Een karrenweg van twaalf palen verbond het landingspunt Badjoa met
Palakka, waartusschen 30 karren voor den opvoer gebruikt werden.
Deze ossenkarren door twee ossen getrokken, werden belast met 500 KG.
Kunnen karren gebezigd worden, dan is dit vervoermiddel te
vei kiezen boven draagpaarden of koelies, zoowel om zijn grooter
capaciteit, als om de geringere kosten aan onderhoud.
Vaartuigen zullen bij overzeesche expeditiën ten allen tijde noodig
zijn tot het overbrengen van troepen, levensmiddelen enz. Voor dit
vervoer wordt gebruik gemaakt van stoom- of zeilschepen van par
ticulieren, terwijl ook soms oorlogsschepen gebezigd worden. De
particuliere schepen zullea van te voren onderzocht moeten worden,
daar ze aan bepaalde hygiënische eischen moeten voldoen.
Ze zijn meestal niet ingericht voor troepenvervoer, zoodat zij eerst
in transportschepen moeten veranderd worden
Behalve voor den aanvoer zullen soms ook vaartuigen voor de
bewegingen der troepen in het oorlogsterrein gebezigd kunnen worden.
In den Bandjermassinscheu krijg en in Palerabang was dit op groote
schaal het geval.
Behalve groote vaartuigen zullen ook kleine noodig zijn. Ze dienen
in de eerste plaats tot ontschepingsmiddelen.
Hiertoe kunnen gebezigd worden stoombackassen, sloepen, vletten,
reddingsbooten, walvischsloepen, drijvervlotten en laadschouwen.
De stoombarkas is het aangewezen middel om de overige debar-
kementsmiddelen te sleepen.
Voor het gebruik op rivieren kunnen ook genoemd worden de
Berthonbooten, djoekoengs, tambangans, vlotten van pisaugstammen
of boomstammen.