46 Daar de korpstreinea, die onder toezicht staan van de korpscom mandanten, niet sterk genoeg zijn om te voorzien in de behoefte, wanneer bij het uitrukken vivres als anderszins medegenomen moeten worden, worden zij dan versterkt door tijdelijke toevoeging van een gedeelte van den algemeenen trein. Daar de chef van den Staf weet voor welke doeleinden de ver schillende korpsen gebezigd zullen worden, welke plannen er verder bestaan en hoe de transportmiddelen verdeeld moeten worden, is hij de persooD, bij wien de aanvragen om transportmiddelen moeten inkomeD, en die den last tot verstrekking geeft aan den commandant van den algemeenen trein. Het aantal officieren en mindere militairen, in te deelen bij den trein, is afhankelijk van de sterkte. Zijn bij den trein karre- of draagpaarden, dan is 't ook wenschelijk bij den trein een officier of onderofficier vaD een bereden wapen in te deelen. Bij 't gebruik van karren deele men bij den trein een smid in. Ons komt 't voor, dat op 300 koelies ééa officier en twaalf minderen, op 50 karren met bespanning 1 officier en 10 minderen, en op 100 draagpaarden 1 officier en 5 minderen voor 'c toezicht noodig zijo. Deze minderen treden dan op als ploegcommandanten van 25 koelies, qLi 5 karren of 20 draagpaarden. Bij elke ploeg dient nog een mandoer te zijn. Wenschelijk is 'c echter bij den trein een grooter personeel voor het toezicht in te deelen dan noodig is, ten einde steeds over bruikbaar personeel te beschikken voor de aanvulling der korpstreinea. Deze worden op dezelfde wijze ingedeeld als de algemeene trein. Zij bestaan bij gebruik van koelies uit 108 koelies per bataljon met vier mandoers en vier minderen; per escadron uit 50 koelies met 2 mandoers en 2 minderen; per sectie veldartillerie uit 18 koelies, 1 mandoer en 1 mindere voor het grassnijden en het dragen t'van keukengereedschap; per sectie bergartillerie uit 18 koelies 1 mandoer en 1 mindere voor id.; per compagnie genietroepen uit, 4 mandoers, 4 minderen en 80 koelies voor 't dragen van kookge- reedschap en reserve uitrusting; voor elk korpsarchief uit 2 koelies voor het iatèndance-archief uit 5 koelies; bij de ambulances uit 4 koelies voor elke medicijnkist, 4 voor elke verbandkist en vier voor elke tandoe of brancard.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 62