54 men en beter op een afstand houden, dan grootere wanordelijke troepenafdeelingen. In de nabijheid van den vijand zij meD, vooral in bedekt terrein, er voorzichtig mede manschappen toe te staan het gelid te verlaten en zich zijwaarts van den weg te begeven. Bij eene patrouille, die zich in April 1876 van Boekit Seboen naar Kroeng Raba begaf, verwijderde zich een Europeesch soldaat eenige passen van den weg; onmiddellijk kreeg hij een klewanghouw van een daar ronddwalenden Atjeher. Opdat de bewegingen der colonne niet belemmerd worden bij eene ontmoeting met den vijand, marcheert de bagagetrein tusschen de hoofdcolonne en de achterhoede bij een marsch naar den vijand en tusschen de hoofdcolonne en de voorhoede bij een terugmarsch. Zoodra de troepen in het vijandelijk gebied marcheeren, is't zaak een gedeelte der troepen te belasten met de zorg voor de veiligheid. Nimmer kan en mag men vertrouwen op de afwezigheid van den vijand. Men moet steeds bedacht zijn op onverwachte aanvallen, op ver rassingen en steeds gereed zijn om den vijand aan alle zijden het hoofd te bieden. De taak dier beveiligingstroepen bestaat in hoofdzaak uit het door zoeken van het te doorloopen terrein en het op eenigen afstand be geleiden der colonnes, om zoo een plotselingen aanval in front, op de flanken of in den rug te voorkomen. De vijand zal zelden nalaten om, gebruik makende van de terrein gesteldheid, de marcheerende afdeeling te verontrusten. Naarmate deze meer afgemat is, is ook de dienst der veiligheidstroepen van meer gewicht. Eene vaste verhouding aan te geven tusschen de voor den veilig heidsdienst bestemden troep en het geheel is onmogelijk, daar ver schillende omstandigheden hierop hun invloed doen gelden. Bij groote colonnes uit verschillende wapens bestaande, kunnen voor den marschvorm geen bepaalde regels gegeven worden, doch moet de bepaling er van overgelaten worden aan de inzichten van den colonne-commandant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 70