57 ook artillerie wordt ingedeeld. Dit zal het geval zijn, wanneer men 't noodig acht de gevechtskracht der voorhoede te vergrooten. Dikwerf zal de marsch plaats hebben in onbekende streken, zoodat gebruik gemaakt moet worden van gidsen. Een hunner wordt bij de voorhoede ingedeeld. Aangezien deze gidsen dikwijls op de hand van den vijand zijn, mag niet nagelaten worden een paar man met hunne bewaking te belasten. De sterkte der voorhoede hangt af van die der geheele troepen macht, van de gesteldheid van het terrein, het doel van den marsch eu den tijd, die de hoofdcolonne noodig heeft om zich in gevechtsvorm te ontwikkelen. Wil de voorhoede in doorsneden terrein haar taak naar behooren kunnen vervullen, dan moet zij de noodige weerkracht bezitten om een overmachtigen vijand gedurende eenigen tijd het hoofd te bieden Het bepalen van de sterkte in verhouding tot de totale sterkte moet aan het oordeel en de inzichten van den bevelvoerenden officier worden overgelaten. Aan infanterie kan die sterkte tot van de geheele macht bedragen. Bij de le expeditie naar Atjeh was bij den marsch van het strand- bivak naar den Missigit de voorhoede 5 compagnieën op een totale sterkte aan infanterie van 16 compagnieën. Bij den tocht tegen Katapan Doewa in Februari 1874 onder luitenant-kolonel Pel bestond de voorhoede uit 1 bataljon op een totale sterkte van 3 bataljons. De afstand, waarop de voorhoede voor de hoofdcolonne marcheert, hangt van velerlei omstandigheden af, zoodat er moeilijk bepaalde gegevens voor vastgesteld kunnen worden. Hoe zwakker de voorhoede is, des te kleiner zal haar afstaud van de hoofdcolonne zijn. Bij nach telijke tochten in uitgestrekte bosschen, waar waarnemingen voor en bezijden de marschrichting onmogelijk zijn, kan zij op grooten afstaud weinig nut stichten, terwijl zij dan groot gevaar loopt afgesneden te worden. In het algemeen mag de afstaud niet zoo groot zijn, dat de voor hoede zou kunnen worden afgesneden of geslagen, zonder dat de hoofd colonne haar tijdig te hulp zou kunnen komen en niet zoo klein, dat zij op de hoofdcolonne zou kunnen worden teruggeworpen, alvorens deze tot het gevecht ontwikkeld zou zijn. Het bepalen van den af-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 73