Deze flankstelling moet nu zoodanig gelegen zijn, dat van daar uit, zoo niet het geheele terrein, dan toch een belangrijk deel er van overzien kan wordeD. De stelling kan zoowel door infanterie als door cavalerie bezet worden. Bij de verschillende tcchten naar Selimoen in 1897 werd de vei ligheid op de flanken steeds verzekerd door het detacheeren van infanterieafdeelingen, die in stelling bleven liggen tot de colonne bij den teruginarsch in veilig terrein kwam. Achterhoede. De achterhoede is bestemd tot het beschermen van den trein en het handhaven der orde, zoomede om de colonne in den rug te dekken tegen vijandelijke aanvallen. Yoor het bepalen van de sterkte, de afstanden, den marschvorm en de gedragingen geldt hetzelfde als voor de voorhoede. Het verdient aanbeveling ten allen tijde eene achterhoede in te deelen. Tegen een inlandschen vijand heeft men nooit zekerheid niet in den rug bestookt te worden, zoodat daar steeds dekking noodig is. Ook zal de achterhoede steeds van nut zijn tot het bij elkaar houden der transportmiddelen. Bij de 2e expeditie tegen Atjeh marcheerden bij de verplaatsing van het strandbivak naar Penajoeng de colonnes zonder achterhoede, omdat men het terrein geheel veilig waande. De colonnes hadden geen ont moeting met den vijand. Eenige koelies, die niet genoeg opgesloten waren, sloegen hierbij een verkeerden weg in, waar zij op Atjehers stootten. Zij wierpen de vrachten weg en namen de vlucht, waar door behalve bagage ook de kas van het detachement verloren ging. Bij een marsch naar den vijand, doch door zwaar vijandelijke streken, kan 't voorkomen, dat de achterhoede sterker moet zijn dan de voorhoede. Zoo was bij de operatiën op den 31en December 1874 in Atjeh voor den marsch naar de kampong Pendjarat de voorhoede eene compagnie sterk en de achterhoede het dubbele. Bij zijn tocht van Magelang naar Djokja {Java-oorlog) werd Cochius voorbij Pisangan door den vijand verontrust. Yooral de ach terhoede had 't zwaar te verantwoorden; soms moest Cochius zijn geheele macht ontwikkelen om haar vrij te krijgen. Ook hier was 't dus noodig, de achterhoede sterker te maken dan de voorhoede- - 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 77