62
De afstand der achterhoede tot de hoofdcolonne is verschillend
naarmate het terrein gelegenheid geefc tot hardnekkige verdediging
of tot het leggen van een hinderlaag, dan wel ijlings moet worden
doorgetrokken.
Bij een terugtocht kan een afwisseling plaats hebben van snelle
marschen, halt houden en stelling nemen, van verdedigende en zelfs
aanvallende gevechten. De passieve verdediging toch moet, waar
kans op succes bestaat, overgaan in een actieve om door een salvo
of een bajonet-aanval den overmoedig geworden en opdringenden
vijand terug te drijven. Zonder zich te angstvallig aan hare plaats
te houden, moet de achterhoede zich daarbij echter niet tot eene
vervolging laten vervoeren, waardoor de hoofdcolonne in den rug
tijdelijk ongedekt zou wezen.
Zoolang mogelijk moet zij trachten den vijand op den noodigen
afstand te houden om de colonne in staat te stellen den marsch
ongemoeid voort te zetten. Yreest de achterhoede afgesneden te
worden, dan vermindert zij den afstand tot de hoofdcolonne en sluit
zoo noodig op.
Bij den bekenden marsch van den luitenant-kolonel Vermeulen
Krieger in den Padri-oorlog, was aanvankelijk een achterhoede inge
deeld. Het voortdurend opdringen van den overmachtigen vijand
dwong haar echter zich te vereenigen met den hoofdtroep.
Bij eene voortdurende vervolging kan da achterhoede zich in twee
deelen splitsen, waarvan een gedeelte den vijand tegenhoudt, terwijl
het andere op eenigen afstand terugtrekt om daar stelling nemende,
weder den terugtocht van het achtergebleven gedeelte te dekken,
Marcheert de achterhoede bij gedeelten terug en kan eene opstel
ling zijwaarts van den weg ingenomen worden, dan moet de afdee-
ling, die den vijand tegenhoudt, den tegenstand verminderen om
zoo den vijand tot een onstuimiger vervolging te verlokken en hem
in de gestelde hinderlaag te doen vallen.
(Wordt vervolgd). B. H. L.