67 Da werking is als volgt. Zoodra na het schot het projectiel zich in den knalvanger dicht voor de monding bevindt (zie fig. 1), treden de buskruitgassen in de ruimte tusschen de klep en hare ligplaats en slaan de klep op. Tijdens dit opslaan is het projectiel naar buiten gekomen, de buskruitgassen kunnen echter door de overeind staande klep het projectiel niet volgen, dus niet langs de monding naar voren uittreden, maar stroomen, door de gaten O verdeeld, naar achteren uit. Daardoor vervalt de schok van de zich voor de monding bevin dende buitenlucht, ook kan in de ziel geen plotselinge gasverdun- ning onfstaaD, welke het snel binnentreden van de buitenlucht zou veroorzaken. Wijl de knal van het schot, zooals reeds is opgemerkt, ontstaat door den schok van de buitenlucht en het opheffen van het verschil in gasdruk en de dunne gaskolommen, die door de kleine boringen ontwijken, hoogstens een zwak fiuitenden toon veroorzaken, zoo is het duidelijk, dat bij de beschreven inrichting de knal van het schot wordt opgeheven. De terugstoot van de naar achteren uitstroomende buskruitgassen oefent op de voorzijde van den knalvanger (klep) op dezelfde wijze als de gewone terugstoot der buskruitgassen, een druk naar achteren uit, die ten gevolge van de nauwe uitstrcomiDgsopeningen natuurlijk geringer is, maar toch den knalvanger, en ook het vuurwapen naar voren stoof. Het gevolg van dezen voorwaartschen stoot is eene vermindering vau den terugstoot. Humbert deed niet alleen den knal verstommen, hij verminderde ook de vlam van het schot aanzienlijk, wijl de naar achteren uit stroomende buskruitgassen tegen de wanden der gaten afkoelen en daarenboven reeds door hunne richting voor den tegenstander niet zichtbaar zijn. Voor handvuurwapenen vereenvoudigde Humbert de inrichting van den knalvanger, de algemeene constructie bleef wel is waar dezelfde, de hier moeilijk aan te brengen klep werd echter vervangen door een vrij liggenden kogel K, welke vóór het schot op den bodem der uitholling in het voorste gedeelte van den knalvanger ligt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 83