79 Achter de sehuttei'8 geplaatst, hoort een waarnemer alleen den knal van het schot, de ontploffing. Voor de schutters hoort men Op 100 M. de vorenbedoelde zweepslag, terstond gevolgd door den knal van het schot op 200400 M. teekent de eerste zich dicht hij den waarnemer, de laatste dichter naar den schutter toe, zoodat zij duidelijk van elkander te onderscheiden zijn; op 500700 M. blijft de eerste dicht bij den waarnemer duidelijk hoorbaar, maar de laatste wordt minder duidelijk; op 8001300 M., de zweepslag verwijdert zich meer en meer van den waarnemer in de richting van den schutter; de schotknal wordt minder en minder duidelijk. Op 1100 M. en daarboven beginnen enkele kogels te fluiten, nadat de zweepslag is gehoord. Yerder dan 1300 M. werden de waarnemingen niet voortgezet. Deze opmerkingen zij 11 niet zonder practische beteekenis. Het fluiten der kogels vormde een van de factoren, die op het moreel werkten waar dit vervangen wordt door een klappereffect, dat bij gezamenlijk vuur het geluid van een groot vuurwerk nabootst, is het niet ondien stig, dat wij daarop voorbereid zijn, en dus niet denken, zooals elders reeds gebeurd is, dat onze vijand van ontplofbare kogels gebruik maakt. Si Anoe. Opleiding van de ambtenaren van B. B. aan de K. M. A. De regee ringen zij niet alleen zit met de handen in het haar; ambtenaren van binnenlandscli bestuur moeten er zijn, opgeleid moeten ze worden, maar het korps heeft maar eene kleine aanvulling noodig, die het be staan van eene afzonderlijke inrichting op den duur niet wettigt. Hoe nu? Er is een eenvoudig middel. De Indische studenten van Delft en Batavia worden Indische cadetten te Brela. Zoo zullen de werkkrach ten geconcentreerd worden. Tusschen de aanstaande Indische civiele en militaire ambtenaren wordt de band gelegd van eenheid van herkomst. Dat de a. s. burgerambtenaren een drietal jaren evenveel aan militaria doen als de a. s. genieofficieren zal hun geen kwaad doen en kan hun, waar zij bij eene expeditie ingedeeld worden, zelfstandig een knoop door te hakken krijgen, of als inspecteurs der gewapende politiedienaren moeten optreden, zelfs nog van nut zijn. Er zijn veel punten van aan raking in de opleiding, die bij de tegenwoordige regeling tot versnip pering van studiekrachten en tot onnoodige, hooge uitgaven leiden, tot schade van allen. Na de opleiding kan alles blijven als thans. Si Anoe.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 95