165 -
waardoor deze proeven mislukten en daarna de wijze aan te geven,
die men had moeten volgen, of bij eventueel wederom te nemen
proeven zal moeten volgen.
De voornaamste oorzaak van de in de jaren 1887 1892 ondervon
den teleurstellingen, lag naar mijne meening in de onvoldoende bekend
heid van het personeel met de bijzonderheden van „het duivenspel",
zooals de Belgen dat noemen, en waaronder zij al datgene verstaan,
wat op de kennis van het paren, broeden, kweeken, kruisen, verzorgen,
africhten enz. enz. betrekking heeft.
Tot het doen slagen van deze proeven met de uit Europa overge
brachte duiven, was het van het hoogste belang geweest, dat men
in Indië, alvorens deze luchtboden te laten uitkomen, beschikt had
over personeel, dat niet alléén door theoretische, maar vooral ook door
practische kennis, als een gevolg van jarenlangen omgang met post
duiven, volkomen berekend was geweest voor die moeilijke taak.
ïs ook in Holland tot het oprichten en beheeren van een groot
postduiven-station, kennis van het vak een hoofdvereischte, voor
Indië gold die eisch in dubbele mate, omdat men daar te doen had
met uit een ander werelddeel overgebrachte duiven, waarvan eerst
nog onderzocht moest worden of zij wel op Europeesche wijze ver
zorgd en behandeld konden worden, ook wat betrof de oefeningen.
Yooral op dit laatste punt bad men veel meer de aandacht moeten
vestigen en in plaats van zich illusiën te maken om met deze van
vreemden bodem herkomstige postduiven zoo spoedig mogelijk resul
taten te verkrijgen bij vluchten, had men haar veel meer tijd moe
ten laten om te acclimatiseeren en de noodige terreinkennis op te
doen, alsmede tot het kweeken van een zeker aantal jongeneerst
met deze afstammelingen had men de vluchten moeten aanvangen.
Het feit, dat op de lijn Kota RadjaMelaboeh—Singkel, afstand 450
K.M. reeds in October 1889 een begin werd gemaakt met de africh
ting der jonge postduiven, die eerst in April van datzelfde jaar uit
Europa te Atjeh waren aangekomen, bewijst al voldoende, dat het
personeel weinig begrip had van de eischen, die het aan deze, in
bijzondere nadeelige omstandigheden geplaatste, postduiven, mocht
stellen.
Yoor deze jonge duiven, die zeer zeker toen nog niet geacclima-