179
militairen, die reëngagement verzoeken, bij het bureau van het algemeen
stamboek slechts geverifieerd worden, terwijl de daarop te nemen beschik
king aan de betrokken wapens of dienstchefs wordt overgelaten.
Nu is het voorgekomen, dat aan een militair door zijn wapenchef een
onbeperkt reëngagement was geweigerd en dat de man het reëngagement
bij wijze van proef, waartoe hij zoude zijn toegelaten, niet verkoos aan
te gaan en paspoort vroeg. Er moest dus nogmaals een dienstexpiratie-
staat worden opgemaakt, waarbij in verband met de vroeger door den
chef genomen beschikking en op grond van het bepaalde bij art. 5 der
hier bedoelde A. O., moest worden geadviseerd hem het certificaat van
goed gedrag te onthouden 1), Niettegenstaande dit advies werd den
man het certificaat van goed gedrag toegekend, tengevolge waarvan het
hem nu ook vrijstond een onbeperkt reëngagement aan te gaan.
Men zal zeker toestemmen, dat eene regeling, tengevolge waarvan
toestanden in het leven worden geroepen, als de zooeven geschetste, geen
recht van bestaan heeft en dat daarin zoo spoedig mogelijk verandering
behoort te worden gebracht. Immers doordat de man met het hem
betreffende ongunstige advies van zijn chef bekend was, en dit advies
eenvoudig wordt geannuileerd, wordt volgens onze bescheiden meening
in het oog van den man aan het prestige van zijn chef een gevoeligen
knak toegebracht, die niet met eene goede discipline is te vereenigen.
Om voor de toekomst dergelijke gevallen onmogelijk te maken, staan
ons inziens twee wegen open, namelijk of:
het Departement van Oorlog neme op alle dienstexpiratiestaten, dus
onverschillig wat daarbij verzocht wordt en tot welk wapen de betrokken
militairen behooren, de beschikking, kunnende zich dan de chefs van
speciale wapens en diensten tot adviezen bepalen, die, mocht door hooger-
hand in tegenovergestelden zin worden beschikt, den betrokken militair
in geen geval worden medegedeeld, of:
men late het aan meergenoemde chefs over ook op de dienstexpiratie
staten van hen, die paspoort of gagement verzoeken, eene definitieve
beschikking te nemen, te meer daar nu reeds die chefs moeten adviseeren
omtrent de al of niet wenschelijkheid van wederaanneming van militairen
in speciale betrekkingen.
Het komt ons trouwens voor, dat aan de adviezen van die chefs, de
meeste waarde kan en moet worden gehecht, aangezien zij, steunende op
1) Reeda bij de dienatexpiratieataten betreffende reëngagement worden de extracten-
strafboek van hen overgelegd, die slechts tot een beperkt reëngagement zullen worden
toegelaten en wordt bovendien in de kolom toelichtingen van die staten, het noodige
vermeld, zoodat het D. v. O. al dadelijk zoude kunnen aanteekenen of het c. q. al dan
niet conform het advies van den betrokken chef zoude beschikken.
Dl. I, 1900. I3