180 de voorlichting van de directe superieuren van den betrokkene, het best geteekend beeld van het individu verkrijgen. Onze zienswijze volgaarne voor eene betere gevende, wenschen wij van harte, dat het bovenstaande aanleiding moge geven om bij de aanstaande herziening der besproken bepalingen, de aandacht van het Legerbestuur speciaal te vestigen op de besproken leemte in de thans nog van kracht zijnde voorschriften. Gl. Tijdstip van betaling der huwelijkscontributie. Gewoonlijk ziet men de verschuldigde huwelijkscontributie betalen binnen enkele dagen na het voltrekken van het huwelijk. Men mag dus aannemen, dat er in de meeste gevallen geen overwegende financieele redenen bestonden, welke een betaling vóór de huwelijksvoltrekking onmogelijk gemaakt zouden hebben. Toch is dit laatste zeer gewenscht en vermoeden wij, dat slechts onbe kendheid met de bepalingen oorzaak is van die vertraagde betaling. De 3de alinea van artikel 10 van het Reglement voor het Weduwen-en Weezenfonds der officieren van de landmacht in Ned- Indië (zooals dit artikel gewijzigd werd bij A. O. 1898 No. 47) luidt: „Bij storting van „de huwelijkscontributie na de voltrekking van het huwelijk worden van de „landsinkomsten van den deelgenoot ten behoeve van het fonds ingehou den renten dier contributie, naar reden van 5 ten 100's jaars, berekend „over het tijdvak van en met den eersten der maandwaarin het huwe- lijk is voltrokkentot en met den laatsten der maandwaarin de storting plaats lieejt Iemand, die 1 Mei huwt en 3 Mei zijn contributie stort, moet dus extra betalen de boete over de geheele maand Meiwas hij 29 Mei gehuwd en had hij zijn contributie eerst den lston Juni gestort, dan zou hij zelfs voor die enkele dagen een boete over twee volle maanden moeten betalen. L.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 198