183
toch wordt niet bepaald door de meerdere of mindere vuursnelheid, die
de inrichting van den vuurmond toelaat, doch door de noodzakelijkheid
om alle schoten waar te nemen, waarvan de moeilijkheid en dus ook de
noodige tijd met den afstand toeneemt. Beneden de 1500 M. zal het
nieuwe kanon bij snelvuur ongeveer tweemaal zoo krachtige uitwerking
hebben als het kanon 73.
In het schieten met brisante granaten staat het kanon 96 achter bij
zijn voorganger. Zijn projectiel levert slechts 135 springstukken in plaats
van 500 en zijne meer gestrekte baan vermindert het aantal treffers.
Wanneer men te werk gaat volgens het schietvoorschrift, kan men rekenen
op niet veel meer dan 7pct. treffers, onder gunstige omstandigheden.
Ook in het vuur tegen gedekte doelen zal het kanon 96 minder
resultaat opleveren.
De granaat van het kanon 73 gaf al zeer bescheiden uitkomsten, ter
wijl men bijna elk jaar de schietregels veranderde. Yon Rohne herhaalt,
wat hij reeds vroeger geschreven zegt te hebbenEen projectieldat
zoö'n nauwkeurig inschieten eischt, kan als weinig practisch te velde wor
den beschouwd.
Yon Rohne erkent, dat het vuren met brisante granaten niet heeft
gegeven, wat het bij de eerste proeven beloofde en dat het in de wer
kelijkheid nog minder zal uitwerken dan men er heden van verwacht.
Hij stelt zelfs voor, nu toch een veldhouwitser is ingevoerd, de brisante
granaat geheel te doen verdwijnen uit de uitrusting der veldkanonnen;
een van de daardoor vrij komende caissons te vullen met granaatkartet
sen en de vrijkomende bespanningen te bezigen om eene vierde houwit
serbatterij per legerkorps op te richten.
N.B. In Duitschland wordt de brisante granaat (Feldgranato 96)
hoewel voorzien van eene dubbelwerkende buis, als regel gebruikt tegen
gedekte troepen, waartoe men haar in de lucht, evenals eene granaatkartets,
doet springen.
(Kriegtechnische Zeitschrift 1899 No. 8).
Bestaat er discipline in het Transvaalsche volksleger?
De uitlating van generaal den Beer Poortugael in een der Nederland-
sche dagbladen heeft al heel wat pennen in beweging gebracht. Wij
zouden dan ook ons oordeel omtrent deze quaestie voor ons gehouden heb
ben, indien wij dit niet op zoo juiste wijze in een buitenlandsch tijdschrift
bevestigd hadden gezien. Men heeft naar het ons voorkomt al te dikwijls
uit het oog verloren, dat de drildiscïpline, welke kunstmatig den beroeps
soldaat aangebracht wordt, slechts een hulpmiddel is om hem in het gareel
te kunnen houden. Welnu, die discipline mist de Transvaalsche boer,