ANTWOORD OP DE „BESCHOUWINGEN IN HOOFDZAAK NAAR
AANLEIDING VAN DE ARTIKELEN VAN RITMEESTER JHR.
E. D. C. DE LANNOY, IN HET INDISCH MILITAIR TIJD
SCHRIFT (1894 1898) OVER: „HET GEBRUIK VAN
CAVALERIE" VAN DE HAND VAN DEN KAPITEIN
DER INFANTERIE VAN OEN BELT.
(lnd. Mil. Tijdschrift 1899, Nos. 12 en 13.)
Alvorens over te gaan tot eene bespreking van den eigenlijken
inhoud van het in hoofde dezes genoemde artikel, moet mij de beken-
tem8 van het hart, ^t het mij niet is mogen gelukken, het verband
op te sporen tusschen het door den schrijver gekozen motto en den
inhoud van zijn stuk.
De woorden toch: „lm kriegerischen Leben steht die That höher
als der Gedanke, die Handlung höher als das Wort, die Praxis höher
als die Theorie", in verband met de verklaring aan het slot der
eerste alinea, dat schrijver zijne denkbeelden o. a. ook over het gebruik
van cavalerie tegen den inlandschen vijand nog niet in overeenstem
ming kon brengen met de mijne, deden mij de hoop koesteren, dat
e heer van den Belt tegenover de door mij gestelde regels, die in
hoofdzaak gebaseerd zijn op mijn, zij het dan ook natuurlijk vrij
beperkte, oorlogsondervinding, er andere zou stellen, die, al waren
gegeV6D8 er V00r ook niet d°°r hem persoonlijk verzameld - wat
trouwens ook geen vereischte is - toch zeker op niet minder deugde
lijke gronden-re. voorbeelden - zouden steunen, ontleend aan de
vele krijgsgeschiedkundige bronnen, waaruit de schrijver door den
aard zijner studiën in de gelegenheid is geweest te putten
Wel is waar, verklaarde de heer van den Belt eenige regels verder,
dat hij tegenover mij (den volgens hem z00 practisch gevormden
schrijver) op theoretischen bodem moest blijven, maar in verband met
het motto meende ik toch te mogen verwachten, dat de feiten, waarop
Z- |h™e Z0U 8teUDeD' miJ °iet onthouden zouden worden.