WENKEN OVER HET UITSCHRIJVEN VAN, HET TRAINEN VOOR, EN HET RIJDEN VAN AFSTANDSKITTEN. iSoerabaja, den 16eD Maart 1900. Geachte Redacteur! In antwoord op Uw desbetreffend schrijven deelde ik u mede, gaarne aan uw verzoek te zullen voldoen, om het een en ander over afstandsritten op te teekenen. Verschillende omstandigheden waren echter oorzaak, dat ik eerst nu mijn belofte kan nakomen. Hieronder dus het een en ander vermeld omtrent het rijden van en het trainen voor afstandsritten, hopende regelings commissie en deelnemers hierdoor een richtsnoer te verschaffen, gebaseerd op ondervinding in het Indische klimaat, op Indische paarden en in Indische terreinen opgedaan. Welke afstand moet voor een afstandsrit worden vastgesteld? Zie hier een der grootste moeilijkheden slechts de ondervinding kan hierin raden. Stelt men den afstand te gering, zoo ontaardt de rit in een jakkerpartij, ten einde als eerste aan het eindpunt te komenwordt de afstand te groot genomen, dan zullen vele ruiters en paarden de eindpaal niet, dan wel aanmerkelijk te laat bereiken, om niet te spreken van paarden, welke broken down" zullen aan komen. Ook een gemiddelde afstand verdient geen aanbeveling daar de verdienste van het rijden van een dergelijken afstandsrit niet zeer groot is. De gewenschte afstand toch voor een afstandsrit is die, welke waarborgt, dat, willen de ruiters niet oververmoeid en met in goede conditie verkeerende paarden, in een behoorlijken tijd den eindpaal bereiken, zij genoodzaakt zijn zoo oordeelkundig mogelijk hun tempo's (lengte en snelheid) en rusten te kiezen en tevens hunne paarden zooveel mogelijk te sparen en te verlichten. De ondervin ding heeft mij geleerd, dat de juiste afstand voor een afstandsrit van één dag, in Indië, gereden op paarden tot een hoogte van 4 Dl. I, 1900. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 409