77 H. M. Yis. B. Lamberts. F. Raadman. A. H. Hisgen. S. Jacobs. A. E. Tan Swieten. K. G. A. Vemkr. H. Oosterwijk. H. Vroege. H. J. Knijff. C. F. R. de Klerck. H. J. J. Van Voorthuijsen. J. W. Eisma. J. Reerink. J. A. Oudeiians. 2. door vrijwillige uittreding E. den Dooren de Jong. H. .Mitrea. 3. op grond van Artikel 14c van het reglement J. O. C. Boogaard. Yoor twee uitke< ringen is het heften van contributie niet noodig geweest aangezien de fondsen die uitkeeringen zonder contributie-inning toelieten. Aan de nagelaten betrekkingen van drie in het laatst van 1899 gestor ven leden was op 31 December 1899 de uitkeering nog niet uitbetaald, daar op dien datum nog geen bericht van overlijden was ontvangen. Omtrent één uitkeering was op 31 December 1899 door het bestuur nog geen beslissing genomen, aangezien nadere uit Nederland gevraagde inlichtingen mcesten worden afgewacht. Voor één sterfgeval, voorgekomen in 1898, is het recht op de uitkeering vervallen op grord van Art. 24 van het Reglement; de overledene had geen vrouw of kinderen nagelaten. Hoewel in het afgeleopen jaar geene uitkeeringen aan de vereeniging zijn vervallen tengevolge van het niet aanwijzen van een rechthebbende, wenscht het bestuur met het oog op de leden, die niet gehuwd zijn en geen kinderen hebben, maar tot nog toe nalieten een rechthebbende aan te wijzen, nogmaals het volgende in herinnering te brengen: Ledendie ongehuwd, zijn en geen kinderenhetzij wettigegewettigde of natuurlijk erkendehebben en tot nu toe nalatig bleven de persoon of per sonen aan te wijzen aan wie bij eventueel overlijden de uitkeering moet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 101