96
veldartillerie aan te koopen. Door transformatie toch zal men, zelfs
bij het maken van groote onkosten, altijd slechts hoogstens 2klasse
materieel verkrjjgen.
Laat ons nu onder raadpleging der gegevens, in tabel A. verzameld,
trachten uit te maken of we bij keuze uit de bestaande snelvuur
kanonnen voor de veldartillerie, bij voldoening aan den eisch van
groote vuursnelheid, ook verhooging van ballistische vermogens kunnen
verkrijgen zonder de beweegbaarheid van den vuurmond te benadee-
len. Hiertoe zullen wij eerst vaststellen, welk gewicht in maximum
het geheel uitgeruste stuk hebben mag. Dit gewicht hangt, zooals
reeds gezegd is, o. a. af van den treklast, die men aan de paarden
kan geven.
Ons bestaand materieel weegt 1165 K.G. j op voorwagen en affuit
kunnen 6 personen, ongeveer 450 K.G. wegende, geplaatst worden.
®ïi opgezeten manschappen is de gemiddelde treklast per paard
ongeveer 269 K.G., zonder opgezeten bediening slechts 194 K.G.
Mot dit eerste gewicht moeten in draf, ja zelfs als het moet in galop,
moeilijke terreinen gepasseerd kunDen wordeD.
Volgens algemeen oordeel is voor het gehalte der paarden, dat
thans bij de bereden artillerie is ingedeeld, deze treklast te groot,
zoodat bij een vermoeienden dienst van eenigen duur de snelheid,
waarmede onze veldartillerie zich zal kunnen verplaatsen, gering zal
zijn. "Wil men dus, dat zes onzer paarden 1600 K.G. zullen
kunnen verplaatsen in eenigszins snelle gangen over zwaar terrein,
dan zal men naar verbetering van het gehalte moeten streven of naar
ander paardenmateriaal moeten omzien. Het is hier echter niet de
plaats om op het paarden-vraagstuk in te gaan, hoewel dit overigens
onze aandacht ten volle verdient. Toch meenen wij met een enkel
woord daarvan gewag te moeten maken, daar het paardenmateriaal en
de gewichtseischen, die men aan den vuurmond mag stellen, in het
nauwste verband met elkander staan.
Het meest oordeelkundig is naar onze meening verbetering van de
thans gebruikt wordende paardenrassen Sandelhout en Makassaar
hetzij door oprichting van rijksstoeterijen, hetzij door van gouver-
nementswege steunen der particulieren, die zich op de paardenfokkerij