102
na behoorlijk inschieten op levende doelen, ten gevolge van de groote
vuursnelheid, aanzienlijk zal zijn, geven wij toch de voorkeur aan
vuurmonden met grootere kalibers, die, zij het slechts tijdelijk, mede
een groote vuursnelheid kunnen ontwikkelen, doch wier moreele en
materieele uitwerking bij behoorlijk inschieten veel grooter zal zijn.
Yooral het feit, dat bij lichte kalibers gemakkelijker dan bij de
zware, geheele seriën van schoten ver buiten het doel kunnen val
len, beslist omtrent de keuze.
Als bergvuurmond hebben deze lichte vuurmonden nog het nadeel
een te bestrijkend schot af te geven.
Het tweede punt, waarop wij nader de aandacht wilden vestigen,
is het buitengewone geringe gewicht der laBten, waarin het berg-
kanon Mondragon verdeeld kan worden. Werd een dergelijk berg-
kanon bij ons ingevoerd, dan zou het groote voordeel verkregen
worden, dat onze paarden voor het transport van dit materieel ge
bezigd zouden kunnen worden. Wel is waar staat deze vuurmond
wat ballistische eigenschappen aangaat niet veel hooger dan onze
bergvuurmond, doch de vuursnelheid is belangrijk grooter.
De opgaven in tabel B. spreken overigens voor zich zelf. Moest
een keuze voor een snelvuur-bergvuurmond uit de rij der bestaande
fabrikaten gedaan worden, dan zou hierbij rekening gehouden moeten
worden met de keuze voor een veldvuurmond gedaan. Zooveel
mogelijk toch zou naar eenheid van kaliber gestreefd moeten worden.
Voorts zou gelet moeten worden op de soort van draagdieren, die
men voor het transport van het nieuwe geschut zou wenschen te
gebruiken.
Om zijn goede ballistische eigenschappen staat het bergkauon van
Schneider (Creusot) bovenaan.
Het Maxim-Nordenfeltkanon (Vickers and son) van 75 m.M. kaliber
moet voor het vervoer op draagbokken in twee deelen gesplitst worden.
Toch kleven de nadeelen aan andere verdeelbare kanonnen verbonden
dit systeem niet aan, omdat een der deelen gevormd wordt door een
mantel, waaraan geen onderdeelen voorkomen, die iets met de eigenlijke
ziel en het sluitstuk uittestaanhebben. Hoewel de richtmiddelen op
den mantel voorkomen en dus de kans bestaat, dat hun stand ten
opzichte van de zieleas aan veranderingen onderhevig is, zoo schijnt