108
te maken, toen hij de overtuiging had gekregen, dat, door welke
oorzaak dan ook, de beide andere colonnes niet aan het gevecht
zouden deelnemen. Hij bleef standhouden zoolang dit zonder gevaar
van door de overmacht overweldigd te worden mogelijk was en dit
standhouden was lang genoeg om te profiteeren van 's vijands weer
loosheid bij diens oprukken over de open vlakte.
We treffen in dezen oorlog meer van deze terugtochten aan; na
genoeg zonder uitzondering zijn het terugtochten, die volkomen gebil
lijkt waren en die slechts ervan getuigden hoe de Boeren het gevecht
wisten te beëindigen als zij daartoe het tijdstip gekomen achtten.
Terwijl de bestorming van het inmiddels door de Boeren ontruimde
kopje plaats had, rukte één der batterijen weder voorwaarts en nam
stelling om de wijkende Boeren onder vuur te nemen. Het was
toen omstreeks 21/9 uur N M.
De Engelschen, die behalve hunnen aanvoerder 32 officieren en 182
minderen hadden verloren, moesten bovendien een Maximkanon in
handen der Boeren achterlaten. Dit kanon was meegevoerd door
een escadron cavalerie en eene afdeeling bereden infanterie onder ko
lonel Möller, die door Yule was uitgezonden om Meijer op diens
rechterflank te verontrusten en de aanvallende infanterie aldus in
de uitvoering harer taak tegemoet te komen. Deze afdeeling stuitte
evenwel op een detachement van Boeren uit Wakkerstroom, werd
gevangen genomen en naar Pretoria opgevoerd. Meijer s commando,
dat ruim acht uur het hoofd had geboden aan een overmachtigen
vijand, was op Doornkop aan den voet der heuvels teruggetrokken.
Terwijl de strijd ten Oosten van Glencoe werd gevoerd, was de
hoofdmacht der Boeren meer naar het Zuiden verplaatst en oordeelde
generaal Yule het raadzaam 't kamp te Craigside op te breken en
zijne macht naar Dundee te verplaatsen. Wat hem daartoe bewoog,
zullen we mededeelen na de behandeling van het gevecht bij Elands
laagte.
Nadat de generaal French in den ochtend van den 20ea eene ver
kenning, van uit het kamp te Ladysmith in Noord-Oostelijke richting
ondernomen, had moeten staken, omdat zware mist het uitzicht belet
had, werd den volgenden ochtend door dienzelfden opperofficier eene
tweede verkenning gedaan met een batterij van de Natalsche vrij-