110 nen aangevoerd, op eenigen afstand van gene zijde der Modderspruit werden opgesteld. De generaal White, die met de infanterie onder kolonel Hamilton uit ^Ladysmith vertrokken was, voegde zich bij generaal French, aan dezen evenwel de leiding der operatie overla tende. Nadat te 2 uur nog twee halve bataljons en een eskadron cavalerie waren aangekomen, beschikte French over de volgende troepen: een bataljon van het Devonshire regiment, een half id. van het Manchester regiment, een half id. van het regiment Gordon Hooglanders, drie veldbatterijen (de 21% de 42e en de Natal-), het 5e regiment lanciers, een eskadron van het 5e regiment Dragonders, de Imperial Ligt Horse, en twee eskadrons Natal karabiniers. De vooruitgeschoven bereden patrouilles der Boeren op den meer- genoemden rug moesten dezen ontruimen, toen de veel sterkere Britsche cavalerie aanrukte. De infanterie ontwikkelde zich nu langs dien rug in een breed front en bewoog zich onder bedekking van het vuur van twee batterijen langzaam naar de stelling der Boeren, die met hunne twee vuurmonden de naderende linie teisterden en nog maals eene ammunitie wagen wisten te treffen. De Devons, die den frontaanval uitvoerden, naderden de positie tot 400 M., terwijl de Manchesters, die, gesteund door de Gordons, den linkervleugel zouden aanvallen, den voet van den door de Boeren bezetten heuvelrug bereikten. Een hevig onweder, dat de lucht verduisterde en de regen in stroomen deed vallen, was den Engelschen gunstig en maakte het hun mogelijk zonder te groote verliezen de stelling te naderen. Maar toen tot den stormaanval werd overgegaan, openden de stukken der Boeren, die een wijle tot zwijgen waren gebracht, weder het vuur en werden de zich voortwerkende aanval lers begroet door eene krachtige fusillade uit tal van Mausers. Hier leden de Engelschen zeer zware verliezeD, hetgeen zich nog beter laat verklaren als men weet, dat de stormloop door de verdedigers moeilijk was gemaakt door het aanbrengen van ijzerdraadversper ringen op de accessen tusschen de rotsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 134