116 Creuzotkanonnen, die den toevoer van nieuwe troepen en legerbenoo- digdheden geruimen tijd zou weten te beletten. De toestand van het vereenigde Britsche leger te Ladyamith was van den aanvang al ongunatig. De hulpbronnen van het stadje met zijn nagenoeg 5000 inwoners waren er niet op berekend weken lang in de behoeften te voorzien van eene ongeveer 9000 man sterke bezetting met een paar duizend paarden. Bovendien lieten de be legeraars niet na alles in het werk te stellen om den watertoevoer te bemoeielijken. Typhus en buikziekten bleven niet lang uit en zullen met een vrij gestadig doorgezet bombardement bijgedragen hebben tot het verre van benijdenswaardig maken der positie. We zullen dat tooneel van den oorlog tijdelijk verlaten om na te gaan wat inmiddels nabij de Zuid- en de Westgrens was voorgevallen. Zooals we reeds terloops opmerkten, hadden de Engelschen de voor een eventueelen opmarsch naar het Noorden zeer gewichtige punten Naauwpoort en de Aar bezet, toen het verloop der onderhandelingen aan eene vredelievende oplossing der quaestie had doen twijfelen. Bovendien waren de steden Kimberley en Mafeking met spoed in staat van verdediging gebracht tegen de te verwachten aanvallen van de ver schillende Boerencommando's, die de Westelijke grens van hun ge bied tot nabij Toeli in het Noorden bezet hadden. De positie der Britsche afdeelingen in West-Griqualand en Beet- sjoeanaland was allerminst gunstig en erkend moet worden, dat zoo wel Baden Powell te Mafeking als Kekewich in Kimberley meester lijk partij hebben getrokken van de te hunner beschikking staande strijdkrachten, die in Mafeking geheel en in Kimberley grooten- deek slechts uit volunteers bestonden. Men moet toch wel in het oog houden, dat beide garnizoenen het vooruitzicht hadden onmiddellijk na het uitbreken der vijandelijk heden geïsoleerd te worden van de Kaapkolonie. Immers, de hoop, dat de Yrijstaters zich zouden onthouden aan den strijd deel te nemen was uitgesloten, tetwijl het garnizoen in de Kaapkolonie veel te zwak was om te kunnen beletten, dat de overgangen over de Oranje rivier zouden worden vernield. Te Lichtenberg in de Transvaal, een 40 K.M. ten Zuid-Oosten van Mafeking, bevond zich in het begin van October de generaal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 140