117 CroDjé met 3000 man en artillerie. Zjjn voorhoede te Bulfontein gelegerd, trok den 12en in twee gedeelten respectievelijk onder de bevelen van de commandanten Soijman en Delareij bij Ramathlabama en bij Rooigrond (14 K.M. ten Noorden van Mafeking) over de greDzeD. Snijman bezette het station te Ramathlabama, nam eenigen van het spoorwegpersoneel gevangen, vernielde de telegraaflijnen en brak over eeuigen afstand de spoorbaan op. Denzelfden dag was een detachement Boeren ook ten Zuiden van Mafeking de grens overgetrokken. Vrijburg, waar eene geringe poli tiemacht lag, werd bezet en ds telegrafische gemeenschap aldaar tusschen Kimberley en Mafeking, op ongeveer 350 K.M. onderlingen afstand gelegen, verbroken. Een gepantserde trein, die daags te voren Kimberley verlaten had en bevracht was met een paar 7 voor Mafeking bestemd, viel den Boeren bij Kraaipan in handen, nadat het geleide onder luitenant Nesbitt zich gedurende vele uren duchtig geweerd had. In den avond van den 12en deden de Boeren de brug over de Moloppo springen en bevond Cronjé zich in de nabijheid van Mafe king, zoodat deze plaats zich reeds dadelijk na de oorlogsverklaring in staat van beleg zag. De commandant der plaats, kolonel Baden Powell, zond voortdurend gepantserde treinen uit om den weg zoover dit mogeljjk was te verkennen. Hij slaagde er op die wijze in den Boeren nu en dan eenig verlies toe te brengen. Zoo kwamen de uitvallers den 14en in vuurgevecht met de federalen op 6 mijl afstand ten Noorden van de stad. Den volgenden dag stuitte eene Britsche cavalerie patrouille in den vroegen ochtend op eene afdeeling Boeren. Op het hooren van het geweervuur zond Baden Powell een gepant- serden trein benevens eene afdeeling cavalerie ter versterking van de patrouille uit. Het gevecht duurde tot den middag en kostte weder zijds eenige offers. De federalen verloren gedurende beide dagen ruim veertig man aan gesneuvelden en gewonden. Den 16en was Cronjó in staat met een drietal Kruppkanonnen de stad te beschieten, eerst den 23en beschikte hij over zwaarder geschut en van af den 24en werd de stad daaruit vrij gestadig gebombardeerd. Het geschut, waarover de Engelschen beschikten, was minder zwaar, zoodat de bezetting onmogelijk het vuur der federalen naar eisch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 141