119
en bleek 't noodig, dat versterking uit Kimberley werd aangevoerd.
Een tweede trein met een deel van het North Lancashireregiment
en 2 veldstukken werd uitgezonden en eerst daarna gelukte het de
Boeren terug te drijven. Het verlieB aan de zijde der Engelschen
beliep 4 dooden en 11 gewonden, terwijl de Vrijstaters o.a. com
mandant Botha verloren.
Het garnizoen van Fourteen Streams, bestaande uit een handjevol
politiesoldaten, had reeds den 20eu de wijk genomen naar Kimberley,
zoodat na afloop der eerste week van den oorlog, de geheele West
grens door de federalen was geoccupeerd en Beetsjoeanaland, dus ook
Rhodesia van de Kaapkolonie afgesneden.
In 't Zuiden van het oorlogstooneel, dus in het Noorden van de
Kaapkolonie beschikten de Engelschen over ongeveer 2500 man. De
Aar en Naauwpoort waren daar hunne sterkst bezette troepencentra.
De Yrijstaters hadden te Bethulie en Philoppolis detachementen om
de overgangen over de Oranje rivier te beheerschen, terwijl zij eene
sterke macht hadden saamgetrokken tegenover het meer Oostelijk
gelegen Aliwal North, zoodat het Yrijstaatsche gebied langs de
geheele Zuidelijke grens niet alleen tegen invallen was beschermd maar
tevens gelegenheid bood om den strijd te openen met actieve operaties
op BritBchen bodem, waar eene niet vijandig gezinde bevolking da
handelingen zeker niet zoude bemoeilijken.
Met het oog op verontrustende berichten omtrent de houding der
Basoetoe's trokken sterke afdeelingen Yrijstaters, nabij Rouxville en
en Bethulie gelegerd, den 20en Oostwaarts om vijandelijke daden van
dien Kafferstam te kunnen keeren.
Den 23en rukte een detachement Vrijstaters Zuidwaarts en naderde
Colesberg tot op een afstand van ongeveer 30 K.M. Het Britsche
garnizoen aldaar ontving last om bij verder oprukken der Boeren da
plaats te ontruimen en op Naauwpoort terug te gaan.
De kunstwerken over de Oranje rivier bij Hopetown, Bethulie en
Botha's drift waren ondermijnd, evenals die in 't N. O. van Trans
vaal bij Komatipoort, waar men, met 't oog op geruchten, dat de En
gelschen voornemens waren de Delagoabaai te occupeeren, op een
inval langs dien weg bedacht moest zijn.
In het Noorden waar ongeregelde Eogelsche troepen onder Plumer