124 geschut (hoogstens 2 40 8) der Boeren te binden en de terugtrek kende infanterie lucht te geren. De colonne Carleton, die zooals reeds werd medegedeeld onge hinderd den Nicholsonsnek had bereikt, werd in den vroegen ochtend, zonder dat zij verband had met de hoofdmacht, in gevecht gewikkeld met eene afdeeling Yrijstaters, die zich in de nabijheid van Besters- station bevond. Door het doen nederstorten van rotsblokken slaagden de Yrijstaters er in de muildieren, die de infanteriemunitie droegen, te doen schrikken. Deze sloegen op hol, sleepten de dieren der battery mede en verdwenen in de richting der Boeren. CarletoD, die het gevecht voortzette en er in slaagde een 3 K. M. meer Noordelijk gelegen heuvel stormenderhand te nemen, bleef zich daarop tot 's namiddags 3 uur handhaven, maar zag zich toen gedwon gen tot de overgave, wijl zijne munitie uitgeput raakte en de Boeren inmiddels belangrijke versterking hadden gekregen. Door het krijgs gevangen maken van kolonel Carleton werd White s macht vermin derd met 42 officieren en ruim 800 man, benevens 6 veldstukken. Behalve dat verlies kostte de uitval het garnizoen van Ladysmith 77 gesneuvelden, 285 gewonden en 45 vermisten. Het standhouden van Carleton had ten slotte toch deze voordeelige zijde voor zijne landgenooteD, dat hun linkervleugel niet bedreigd werd en de hoofdmacht dus voor noodlottiger verliezen gespaard bleef. White's uitval op den 30en October getuigde van des generaals ondernemingsgeest en alleszins verklaarbaar is het, dat White zich later uitliet eventueel op dezelfde wijze te zullen handelen, al erkende hij ook, dat hij dan wellicht zijne maatregelen anders zoude nemen. In den avond van den 30en hadden de Boeren hunne stellingen, daags vóór het gevecht bezet en tijdens het gevecht om tactische redenen tijdelijk ontruimd, weder hernomen. De weikzaamheden noodig tot het tot stand brengen eener volkomen insluiting werden daags na den slag krachtig voortgezet. Tot deze werkzaamheden behoorden wel in de eerste plaats die, welke elke communicatie tusuchen Ladysmith en Durban zouden on mogelijk maken. Zoolang de Engelsche troepen nog de overgangen over de Toegela beheerschten en meester bleven van den gewonen weg en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 148