140 laatste jaren de gelederen verlaten om elders eene meer voorspoedige loopbaan te zoeken. Reeds moeten infanterie-luitenants het te groot incompleet aan genie-luitenants aanvullen. Daar zij, die niet wen- schen te berusten in den slakkengang, maar liever elders een werk kring zoeken overeenkomstig hunne kennis, kunde en verwachtingen wel niet tot de minst energieken zullen behooren, heeft het leger dus reeds zeer goede elementen verloren. Zoowel in het belang der officieren, als en vooral in het belang van het land, is het dus noodig aan den bestaanden toestand een einde te maken, daarbij zal men echter indachtig moeten blijven, dat de schatkist niet bereid gevonden zal worden meer uit te geven voor het leger dan thans geschiedt. Dit laatste mag door hem, die eene practische oplossing zoekt, niet uit het oog verloren wordenware er geld in overvloed dan kon de oplossing al bijster eenvoudig zijn. Nu moeten wij, bij het zoeken naar een geneesmiddel, doorloopend ons de vraag stellen, hoe de beschikbare som zoo eerlijk mogelijk te verdoelen, hoe dus het „gelijke monnikken gelijke kappen" zoo nabij mogeljjk te komen. II. Door velen wordt aangenomen, dat de promotie bij de verschillen de wapens ongeveer gelijk zou worden als bij de formatie van het officierskorps maar gezorgd werd, dat bij alle wapens de verhouding van het aantal hoofdofficieren tot dat der subalterne officieren, en die van het aantal kapiteins tot dat der luitenants gelijk werd. Hoewel die verhoudingen een factor van groote beteekenis vormen, kan deze alleen nooit de alles beheerschende worden. Ware dit toch het geval dan moest bij eenzelfde wapen, zoolang er geen ingrijpende formatie wijziging kwam, de promotie gelijk blijven, hetgeen geenszins het geval is. Bij een klein wapen doen toevallige invloeden zich veel meer gelden dan bij een groot, zoodat b.v. het lang of kort aanblijven van een luitenant-kolonel der cavalerie, het al of niet met verlof gaan danwel het ter krijgsschool zijn van eenige ritmeesters bij dat kleine wapen zich veel sterker op den gang der bevordering doen gelden dan die zelfde omstandigheden bij de infanterie zouden doen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 164