148 rustige bevolking in toom te houden, dan om haar met wapengeweld tot reden te brengen als zij eenmaal opgestaan is? Men vergunne ons een majoor der marine-Infanterie in de herinnering terug te roepen. Een jaar geleden belast met het onderwerpen van een Sakalavisch district, dat opgestaan was, had hij zich tot wet ge steld deze bevolking te sparen, te bevredigen en tot haar gewone bedrijf terug te breDgan. Ik zie hem nog een vijandelijk dorp naderen en ondanks de geweerschoten des vijands al zijn autoriteit gebruiken om te verhinderen, dat uit onze gelederen teruggevuurd zou worden, en daarin slagende, hetgeen met een troep Senegal-tirailleurs geen kleinigheid is. Ik zie hem nog, hij en zijn officieren vooraan op kleinen afstand van de tuinen, de borst blootgesteld aan de kogels, met zjjn zendelingen en tolken alle mogelijke moeite doen de bevol king gerust te stellen. En daar deze majoor bovendien een zeer bekwaam officier was, zijn militaire maatregelen handig genomen had, 's vijands terugtocht bedreigende, de wegvoering van het vee bemoei lijkend, daarom slaagde hij na een paar uur van gevaarlük onder handelen erin een der Sakalaven naar buiten te krijgen om verder te praten. En zijn oogen straalden van vreugde toen hij mij s'avonds het dorp kon laten zien, bewoond, in feestdos, de bewoners in goede vriendschap met ons bivak, onze driekleur een beeld van vrede. Nauwelijks in Frankrijk teruggekeerd is de majoor Ditte, enkele maanden geleden, aan de gevolgen der vermoeienissen gestorven, en 'c is helaas slechts tot een graf, dat deze hulde aan een goed en eerlijk medewerker kan worden gericht. Welnu, zal men nu ook gelooven, niet alleen dat het resultaat vruchtbaarder was, maar ook dat er meer flinkheid en moed, in den waren zin des woords noodig waren om zulk een daad te volbrengen, dan om zich de gemakkelijke verdienstelijkheid te verwerven van 't in storm nemen van dit Sakalavisch dorp? Het is wenschelijir dat zulke daden in het toekomstige koloniale leger zullen worden gewaardeerd als bjjzoudere onderscheidingen. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 172