151 Mij dunkt dat het voorschrift toch veel geringer eischen stelt door op 200, 400 en 500 M. op den ringschjjf te doen schieten en voor overgang te eischen, zóó en zooveel punten, binnen kring zóó en zóó veel. Dan heeft men tenminste altijd een schijf van 1.50 M. hoog en breed. Mijne meenig is dat schutters, die zeker zijn hun tegenstander boven de 300 M. te treffen, tot de hooge uitzonderingen behooren vooral in een gevecht. Als Slagpin, voor zich zelf, eene definitie van een concoursschutter had gegeven, dan geloof ik niet dat de laatste twee alinea's van No. 1 van het I. M. T. blz. 17 hadden vol gemaakt. Ik, voor mij, stel mij een concoursschutter altijd voor als iemand, die zich steeds oefent in het schieten met buks, pistool, revolver of geweer, op prachtige terreinen of in idem zalen; zijn wapen nooit zelf draagt; heelemaal niet daarmede marcheert, bivouakeert, of wat ook, steeds concoursen najaagt uic liefhebberij, en last not least, zich met eenige vrienden in een rijtuig naar de plaats van den wedstrijd laat brengen. Ergo! Concoursschutters en (soldaten) scherpschutters of goede schutters hebben alleen het schieten met elkaar gemeen, maar meer ook niet. Felix.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 175