156
met wat daaromtrent ook in andere, oudere spraakkunsten wordt gevon
den, en waar de schrijver bijv. zooals onder het hoofd „voornaamwoor
den" zegt, dat koe en kaw (zonder emphase) ook in het meervoud worden
gebruikt, moeten wij zulks opvatten als een minder juiste of minder vol
ledige omschrijving, daar het zeker in zijne bedoeling ligt: dat koe en kaw
ook meervoud kunnen zijn, mits daaraan is voorafgegaan akoe sekalian,
engkaw sekalian of iets dergelijks, al komen die meervoudsvormen ook
niet in denzelfden volzin voor.
Ook over het werkwoord willen wij hier liever zwijgen. Alleen wil
len wij hier ter zake aanstippen, dat wij er verre van overtuigd zijn»
dat de „nieuwere denkbeelden" hieromtrent beter zijn dan de oude, en
het ons nog meer dan moeilijk valt, om in uitdrukkingen als: koe-poe-
koelkaw-liliatdi-pegang en dergelijke iets anders te zien dan lijdende
vormen van het werkwoord.
Ten slotte herhalen wij, dat wij gaarne erkennen, dat in het in hoofde
genoemde boek ongetwijfeld veel goeds voorkomt, doch desniettemin raden
wij vooral den eerstbeginnende aan bij het gebruik daarvan voor zijne
studiën voorzichtig te zijn.
L. Th. Maijer.
BataviaJuli 1900.
DE MALEISCHE SOLDATENKRANT.
vSoerat Chabar Soldadoe".
Uitgave van
ALBRECHT Co., TE BATAVIA.
Abonnement f 2.50 per jaargang.
Het is een zeer goed werk van de heeren Pangeran Harijo Sasra-
ningrat, Clockener Brousson, Wiggers, Sahuleka, Thenu en Tehupeiory
om, in navolging van de bekende Soldatenkrantook voor Amboineesche
en Inlandsche militairen een blad op te richten.
Het heeft anders heel wat voeten in de aarde gehad, alvorens de
Uitgever het financieel aan durfde, doch eindelijk zijn de bezwaren opgehe
ven en 18 April j.l. verscheen N°. 1 met een oplaag van 800 exemplaren.
Voorloopig ziet het blad eens in de veertien dagen het licht, want er
zijn nog te weinig betalende lezers. Van die 800 exemplaren zijn meer
dan de helft bestemd voor proefnummers en gratisbladen! Naar ik ver-