179
Generaal Gatacre was dank zij de gestadig toegevloeide versterkingen
den 29cn in staat zijn hoofdkwartier van Queenstown meer Noorde
lijk naar Molteno te verplaatsen. Ook hier waren de Engelschen
onmachtig om de federalen over de Oranjerivier terug te jagen. Voor-
loopig zouden de Britsche generaals al tevreden mogen zjjn, indien zij
er in slaagden zich in hunne kampen te handhaven.
Commandant Grobler had het terrein tusschen Aliwal Noord en
Richmond tot het tooneel zijner werkzaamheid genomen en bedreigde
voortdurend de op dat tijdstip vooral zoo belangrijke baanvakken
Stormberg-Middelburg en Nauwpoort-de Aar.
Aldus was de toestand in de Kaapkolonie toen de generaal Methuen,
chef der 1* divisie, den 14en te Kaapstad aangekomen, zich naar het
Noorden begaf om maatregelen te beramen tot het ontzet van Kim-
berley De divisie was nog niet in haar geheel op Afrikaanschen
bodem, het veldgeschut was ontoereikend in getal, de ruiterij was
beslist te zwak; French en Gatacre waren de handen gebonden door
het optreden der federalen in het Noorden en de woelige houdiDg
der Kapenaars in den rug.
Den 9en had kolonel Gough van uit het kamp aan de Oranjerivier
beproefd in de richting van Kimberley op te rukken, als voorberei
ding van den opmarsch van eene 4000 man sterke afdeeling, welke
men toen voldoende waande tot het ontzetten der stad. Deze colonne
kwam den volgenden dag in gevecht met de voorhoede der federalen
onder den commandant van de Merwe, die de kopjes aan weerszo
den van den weg ten Noorden van Belmont bezet had. Gough
werd teruggeslagen en zag van verdere ondernemingen af.
Inmiddels waren de eerste transportschepen den 8en te Kaapstad
aangekomen en verzamelden zich de volgende dagen steeds meer
troepen. Den 14eD bevonden zich in het kamp op den linkeroever der
Oranjerivier verschillende afdeelingen van de le en 2e divisie onder
de generaals Wauchope en Colville, welke laatste het bevel daarover
voerde. Wauchope was, zooals reeds werd medegedeeld, chef der 3e bri
gade, Colville bevelhebber der 1® brigade. We zien hieruit, dat het
divisieverband verbroken was; ook het brigadeverband bestond reeds
van den aanvang van den oorlog niet meer.
Bij Witteputs, 13 K.M. ten Noorden van het Britsche kamp, stond