182 Dacht en noodzaakten door hun vuur de Engelschen tot het nemen van tegenmaatregelen. Vroeg in den ochtend van den 23en rukte de Engeische troepenmacht op en ontwikkelde zich op een afstand van 8 K.M> van Kafferkopje, de hoofdstelling der Boeren, tot het gevecht. Tusschen Kafferkopje, 8 K.M. ten Oosten van Belmont, en den spoorweg hadden de Boeren drie achter elkaar en evenwijdig aan den weg gelegen heuvelruggen bezet, die zich gemiddeld 50 M. boven het 1000 M. hooge plateau tusschen Belmont en de Oranjerivier verhieven. De laagste der heuvelrijen was de meest Oostelijke. De hoofdmacht der Boeren had zich verschanst op Kafferkopje, dat de geheele stelling beheerschte. Hier lagen met inbegrip van de vooruitgeschoven afdeelinkjes op de heuvelrijen en van de bezetting van Belmont zelf ongeveer 3000 federalen. Voor het aanbreken van den dag maakten de Korthumberlands en een bataljon der garde zich bij verrassing meester van de eerste heuvelrij, en rukten toen op naar de tweede, welke na een hevig geweervuur door de federalen werd ontruimd. Al vurende trokken deze terug en werden in de derde stelliog opgenomen. Om dezen derden rug te nemen, werd de Britsche artillerie ge splitst. De veldbatterij bleef in het centrum, de vier marinestukken werden aangewezen om de poging van de cavalerie, de bereden infanterie en twee bataljons om den linkervleugel der federalen te omtrekken, te steunen. De Boeren wisten deze poging door een krachtig artillerievuur te verijdelen. Minder gelukkig waren zij op hun rechtervleugel, waar een vijftigtal hunner werd afgesneden. Lang zaam terugtrekkende op hunne hoofdstelling, was het meerendeel er in geslaagd deze te bereiken voor dat de Engelschen zich op den achtersten rug wierpen, zoodat de Engelschen de stelling ver laten vonden maar van Kafferkopje een hevig vuur ontvingen, dat hun aanzienlijke verliezen berokkende. Het gebrek aan behoorlijke veiligheidsmaatregelen gedurende den toestand vsn rust was oorzaak, dat de Boeren gedwongen werden tot den terugtocht, waot ook Kafferkopje werd door hen ontruimd, zij 't ook geregeld en zonder overhaasting. Slechter had het kunneD afloopen als Methuen voldoende cavalerie te zijner beschikking had gehad

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 206