183
In zijn rapport aan de regeering erkende commandant Prinsloo,
dat hij het veld had moeten ruimen en dat twee wagens met munitie
niet hadden medegevoerd kunnen worden. In dat gevecht verloren
de Boeren 12 man aan gesneuvelden en 43 aan gewonden, terwijl
bovendien ongeveer 50 man in handen der Engelschen vielen.
De Eugelschen hadden 50 dooden en 257 gewonden, waaronder
respectievelijk 4 en 32 officieren. Dit groote verlies deed Methuen
besluiten naar het kamp aan de Oranjerivier terug te keeren.
De colonne beveiligde zich tijdens den terugtocht in den rug door
de cavalerie en de bereden infanterie.
's Anderen daags rukte Methuen weder naar het Noorden op, voor
afgegaan door een gepantserden trein. De colonne marcheerde tot
Swink's-hoeve, 11 K.M. Zuid-Oostelijk van Graspan, en werd tusschen
laatstgenoemde plaats en Belmont verontrust door een 500 federalen.
Bij Swink's-hoeve werd een bivak betrokken, dat in den nacht weder
opgebroken werd om den marsch voort te zetten naar Graspan.
Ten Noord-Westen van dit dorp hadden de Boeren een positie inge
nomen. Deze stelling, welke den vorm had van een hoefijzer met
de opening naar het Weeten gekeerd, was bezet door 1500 manen
4 stukken, waarbij een Maxim en een Nordenfeldt.
Tegen den ochtend was Methuen's legertje, bestaande uit de 9e bri
gade, een regiment cavalerie, bereden infanterie, twee veldbatterijen
en 4 marine8tukkeo, op 5 K.M. ten Oosten van de positie der Boe
ren gekomen. De artillerie kwam in batterij tegenover het centrum
der stelling, de cavalerie verkende de beide vleugels, twee bataljons
infanterie waren rechts, twee links van het geschut opgesteld. De
marinedivisie was aangewezen als dekking der artillerie. Metbuen
besloot, nadat het geschut gedurende twee uren gesproken had, de
vleugels der stelling te omvatten en plaatste daartoe de marine-
artillerie op den linkervleugel, terwijl de ruiterij werd aangewezen
om de linkerflank der Boeren te omtrekken. De infanterie, North
umberland en Northamptonshires links, Yorkshires en Lancashires
rechts, rukte tot den aanval op; de Gardebrigade bleef in reserve.
Toen de infanterie na zware verliezen geleden te hebben in de stel
ling kwam, was deze ontruimd en vond zij slechts een twintigtal
achtergelaten gewonden en een beschadigd Maximkanon. De overige