186 Waarschijnlijk verontrust door het oprukken der Engelsehen in weerwil van het moorddadige vuur en bevreesd, dat hun de terug- tocht over de brug zou worden afgesneden, ontruimden de Vrijstaters hunne stellingen Westelijk van de spoorbaan, toen de omstreeks 3 uur in den middag op het gevechtsveld aangekomen 62° veld batterij haar aandeel nam in den strijd. Van deze weifeling, die in een terugtrekken ontaardde, maakte de generaal-majoor Colville, opvolger van Methuen, die gewond van het slagveld werd gedragen, gebruik om de brug te forceeren. Cronje, die te laat van het wijken der Vrijstaters kennis kreeg, kon «c er slechts toe bepalen door eene krachtige kanonnade de pogingen er Engelschen te keeren en moest in den avond zelfs al zijn krachten inspannen om te voorkomen, dat zijne terugtochtslijn werd afgesne den want het was reeds avond, toen de cavalerie, gevolgd door de rgyll Hooglanders er eindelijk in slagen mocht van oever te verwis selen. De manhaftige pogingen daartoe in den loop van den dag aangewend door een handjevol öoldstreams waren in zooverre geslaagd, dat zij wel den Noordelijken oever bereikten, maar zich daar niet konden handhaven, terwijl 300 man van de Northumberlands en de rgylls wel is waar op een ander punt zich na den overtocht staande wisten te houden, doch zoodanig beschoten werden toen zij een aan val in de flank der Boeren beproefden, dat zij van verdere onder nemingen moesten afzien. Het succes van den dag was aan de zijde der Britsche troepen, maar ten koste van zoo zware verliezen, dat nog zulk eene over winning over het lot van Methuen's divisie beslist zou hebben. Het verlies der Engelschen, die 7500 man in gevecht hadden gebracht, bedroeg 475 dooden en gewonden, waaronder 23 officieren dat der Boeren, die ongeveer 3500 man sterk waren geweest, slechts een dertigtal. Wel waren zij tot den terugtocht genoopt, maar deze was behoorlijk gedekt geworden door het flink standhouden van Cronjé, die geen zijner kanonnen in 's vijands handen behoefde te laten. Het zou van partijdigheid getuigen als we hier den Engelschen een woord van lof over hun kranig gedrag onthielden. De generaal Methuen legde in 3 dagen 93 Engelsche mijlen af en leverde drie gevechten, waarin hij totaal ongeveer 970 der zijnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 210