199 bovendien 50 man en 2 officieren aan vermisten telden) waren geleden. Nadat de Engelechen den 19en begonnen waren de versterkingen der Boeren krachtig te beschieten, werd den eersten Kerstnacht een uit val beraamd en uitgevoerd, naar Game Tree, eene schans der Boeren 3 K.M. ten Noorden der stad, waartoe de spoorbaan naar dat punt reeds dagen te voren weder bruikbaar was gemaakt. In den nacht vertrok een gepantserde trein, medevoerende de colon ne, welke onder de bevelen stond van majoor Godley. Een eskadron cavalerie werd in reserve gehouden en moest dienen om de bezetting, als deze uit de schans zou zijn verjaagd, te verstrooien. Het gevecht, dat 's morgens even na vieren aanving, eindigde met eene volkomen nederlaag der aanvallers. De Engelschen verloren 21 man aan dooden, 33 aan gewonden. Drie officieren waren gesneuveld, één gewond, veertien minderen vermist. De trein wist nog tijdig te ontkomen; weinig scheelde het of de Boeren hadden het terugrijden onmogelijk gemaakt. Baden Powell zag zich genoodzaakt aan Suijman een wapen stilstand te verzoeken, welke hem werd toegestaan. De Boeren toon den na den strijd de grootste hulpvaardigheid bij het begraven der dooden en het hulp verleenen aan gekwetsten. Het plaatsje Koeroeman, ongeveer 80 K.M. Westwaarts van Vrij burg gelegen en, evenals de andere garnizoenen in het Westen, door Boeren ingesloten, capituleerde den len Januari 1900, nadat een hevig bombardement in de tweede helft van December op de stad geopend was. De bezetting, 12 officieren en 70 man der Kaapsche politie viel met eenigen krijgsvoorraad den Boeren in handen. Ten Noorden van Mafeking, waar de Boeren nu en dan met kleine Britsche aideelingen bij Gaberones in actie kwamen, werd door de Kaf fers van Linchwé onder leiding van Britsche officieren een aanval gedaan op Rustenburg, waar het bevel over de zwakke Boerenbezet- ting in handen was van commandant Kirsten. Deze leed een nederlaag, tengevolge waarvan de Kaffers in staat werden gesteld aan hun bloed dorst den teugel te vieren, daarin aangemoedigd en geholpen door de 800 Engelschen, die niet in het gevecht waren geweest, maar de kern der onderneming hadden gevormd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 223