204
te zijn, ook de G. ziet zich opzijde gestreefd door den geweerkogel.
Op de kleinere afstanden doorboort deze toch aanzienlijke dekkingen
en stelt den daarachter geplaatsten verdediger buiten gevecht, terwijl
de zware gronddekkingen door de tegenwoordige G. niet in een behoor
lijk kort tijdsverloop vernield kunnen worden.
Terwijl na eenigen strijd aangenomen werd, dat de G.K. kogel af
komstig uit een geworpen G.K. op alle afstanden een doodend ver
mogen heeft, doet zich herhaaldelijk het verschijnsel voor, dat het
projectiel in twee stukken neervalt, en is de spreiding bij G. en G.K.
worpvuur zoo buitengewoon groot, dat slechts weinigen zich kunnen
verheugen eenige uitwerking van deze vuursoorten gezien te hebben.
Alleen dan zal de artillerie weder een gewaardeerden steun aan de
infanterie kunnen verleenen tegenover den inlandschen vijand, wanneer
zij beschikt over een materieel, dat óf veel lichter is bjj gelijke uit
werking, óf een veel grootere materieele uitwerking heeft bij gelijk
gewicht. Zijn er dan nog eenigen, die het tegenwoordige kanon om
zijn moreele uitwerking alleen reeds meegevoerd zouden willen zien,
dan is hier tegenover le stellen, dat artillerie zonder materieele uit
werking juist het moreel van den vijand verheft en bij de eigen
partij doet dalen.
De juistheid dezer beweringen wordt bewezen door het verloop
van den Atjeh-oorlog sinds de invoering van het geweer M. 95.
Van af dien tijd heeft, naarmate dit geweer beter bekend werd, de
bergartillerie minder gepresteerd, en werd steeds meer het streven
merkbaar, haar thuis te laten. Van een kanon van 7 c.M. K. A.
als het onze, kan de infanterie bij hare eigen uitmuntende bewapening
geen steun verwachten en wordt daarom de moeite Van den „nasleep"
der artillerie steeds in den breede uitgemeten.
Wat betreft den buitenlandschen vijand, met wien de bergartillerie
zich ook zal moeten meten, wordt verwezen naar de bijgevoegde
overzichtsstaat, waaruit blijkt, dat ons kanon van 7,5 c.M. K. A.
lang niet bovenaan staat en zich alleen onderscheidt bij een vrij aan
zienlijk totaalgewicht door gering projectielgewicht en kleine aan-
vangssnelheid, twee factoren, die in zeer hooge mate invloed hebben
op de uitwerking. Daar nu de mogelijkheid in 't geheel niet uit-