209 Daar dit dier eveneens een bok van 20,7 K.G. draagt en bovendien aan reservevoeder en uitrusting ruim 15 K.G., blijft een netto draag vermogen over van 92 K.G., bijna evenveel als een draagpaard bij de Indische artillerie te dragen heeft, t.w. 93 K.G. Om het aantal dieren gering te houden en een symmetrische bepakking, krijgt ieder dier 12 schoten te dragen in twee kisten of in drie. Deze laatste wijze lijkt ons ongunstig, aangezien daardoor meer dood gewicht aau kisten verloren gaat. Het gewicht van 2 kisten wordt op 11 K.G. gesteld; rest dus qoii 6,7 h, 6,8 K.G. voor het complete schot. 12 Hiervan 0,7 h 0,8 K.G. afnemende voor de lading en de huls, rest 6 K.G. voor het projectiel. Een eenheidspatroon wordt bij de bergartillerie niet wenschelijk geacht, beter projectiel en huls gescheiden te houden. De reden hiervan wordt niet vermeld. Met het oog op de Europeesche toestanden wordt het kanon slechts met G.K. uitgerust, daar het alleen levende doelen te bestrijden zal hebben. Wegens den geringen gasdruk in den vuurmond, gemiddeld 771,3 atmosferen en maximum 1294,2 atmosferen, en hieruit volgende geringe Y„ en trefsnelheid, is een betrekkelijk groote kamerlading aangenomen van 100 gram. Deze zal de snelheid der G.K. kogels met ongeveer 40 M. vermeerderen. Een kogeltje weegt 13 gram. Een buisge wicht van 0,44 K.G. aannemende en van 3 K.G. voor de kogelvul ling verkrijgt men 2,46 K.G. voor het omhulsel, een voldoend gewicht voor een stalen bus. De G.K. bevat dus 230 kogels en geeft een flinke rookwolk. Bij de kartets worden projectiel en huls vereenigd. C. Affuit. Daar de affuit steeds gedragen wordt en van trekken geheel wordt afgezien, behoeft zij geen lamoen, slechts zeer kleine raden en heeft zij dus een kleinen affuithoek. Tot verhooging der vuursnelheid moet zjj echter voorzien zijn van een elastisch verbonden schop. Haar gewicht bedraagt 274 K.G. in drie lasten verdeeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 235