213 ling nemeD der batterijen meer een „in stelling sluipen" te noemen is, stelt hij zelfs een verdeelbaar kanon voor, omdat een vuurmond van een gewicht, zoo groot, dat één dier het dragen kan, geen voldoende uitwerking presteeren kan. Waar juist door de geringe snelheid der bergartillerie op alle denk bare wijzen tijdverlies vermeden moet worden bij het in stelling komen (zooals ook ons voorschrift voor het gevecht zeer juist aangeeft in 56), zegt ontwerper, dat dit toch zoo lang duurt, dat het niet van belang is of er nog 30 a 40 secondend i. de tijd benoodigd bij het Engelsche kanon ot zelfs één minuut voor het in elkaar zetten van het kanon bijkomt. Omdat verder gebleken is, dat zelfs do nieuwere bergvuurmonden geen voldoende toename toonen wat betreft het arbeidsvermogen van het projectiel aan de monding en hij een arbeidsvermogen van onge veer 36,5 mt. eischt, kan hij niet anders dan een zwaarderen en dus verdeelbaren vuurmond voorstellen. Die nieuwere kanonnen leveren: systeem Schneider-Creusot bij projectielgewicht van 6,5 K.G. AY0 29.82 mt.; systeem Nordenfelt-Zwaar bij projectielgewicht van 5,85 K.G. AY0 26.83 mt.; systeem Nordenfelt-Licht bij projectielgewicht 5 K.G. AV0 24,49 mt. systeem Krupp (Spanje) bij projectielgewicht 6 K.G. AV0 23,12 mt. Dit laatste kanon, dat op 3000 M. een LS60 32 M., een BSg0 4,9 M. en een HS60 =9,7 M. heeft, voldoet evenals de andere systemen schrijver daarom ook niet, daar hij vergt, dat op dien af stand de bergkanonnen even hoog moeten staan als de oude veld- vuurmonden. Yoorts moet de nieuwe vuurmond een werkzamen dracht van 3800 a 4000 M. hebben en verdient de houwitser als de lichtste vuurmond de voorkeur; deze geeft bovendien de, tegen gedekte doelen voordeeltge, matig gekromde baan. Is het duidelijk, dat om meerdere uitwerking te krijgen de dracht, projectielgewicht en V0 opgevoerd moeten worden, zoo verdient een opvoeren van de Y0 tot 600 M. geen aanbeveling, omdat dan toch het kaliber en projectielgewicht verminderd zouden moeten worden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 239