217 Dat nu, nadat deze affuit ruim 20 jaren dienst gedaan heeft, at weder zou moeten dalen, is te betwijfelen en kan men, aannemende, dat door den rem de toekomstige affuit zich onrustiger gedragen zal, toch zeker at nog wel 4.2 stellen. Daar de Fransche affuit nog een betrekkelijk grooteu affuithoek van 29 graden heeft, moet men wel verwachten, dat bij dit kanon geen last van duikelen ondervonden werd, aangezien in dat gevai die hoek zekerlijk verminderd zou zijn geworden. In de vergelijking (8) stelt ontwerper at 3.6 en (1 -f- ix. n)2 1.2, waardoor de vergelijking overgaat in: 3P(P ej A0 p. Hieruit is A0 te berekenen, wanneer ook de waarde voor G vast gesteld is. De affuit uit 1, 2 of 3 lasten samenstellende, zou deze kunnen wegen 110, 220 of 310 K.G. Geeft men hierbij p de waarden 4,5, 5 en 5,5 K.G. dan krijgt Redl de volgende uitkomsten abc G 110 K.G. G 220 G 310 P P P 5.5 5 45 5.5 5 4.5 5.5 5 4.5 Ao mt. 13.20 14,52 16,13 21,44 23,58 24,2 25,2 27,72 30,8 kgm. 118 132 146 194 214 220 229 252 280 Vo M. 220 241 267 280 305 328 302 333 370 Daar uit deze tabel onmiddellijk de minderwaardigheid van het kanon blijkt, waarvan de affuit door één dier gedragen wordt, blijft dit dan ook verder buiten beschouwing en worden alleen de gegevens van kolommen b en c uitvoeriger op gegeven. 8o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 243