221 mum arbeidsvermogen mede te deelen aan een projectiel van 5 K.G. zou de affuit 290 K.G. moeten wegen. Tusschen de affuiten van 290 K.G. en 5 K.G. projectielgewicht en die van 310 K.G. met 5,5 K.G. projectielgewicht wordt de keuze veel moeilijker. Ongetwijfeld is het een groot voordeel, dat bij de eerste ieder dier slechts 130 K.G. behoeft te vervoeren, aan den anderen kant heeft het projectiel van 5,5 K.G. 200 in plaats van 182 vulkogels. Indien het niet mogelijk blijkt, at grooter te nemen dan 4.2 K.G., dan volgt uit het voorgaande tevens, dat, wil men een 6 K.G. of nog zwaarder projectiel, men noodwendig een affuit zou dienen in te voeren beweeglijk verbonden met het kanon. Zulks zou ook noodzakelijk zijn, indien werkelijk bleek, dat at =3,6 voor de „starre" affuit een maximum is. Zoo niet, dan zou, daar de hydraulische remming van het kanon door de grootere samengesteldheid van het systeem bij behandeling, grootere kwetsbaarheid in het vuur en meerdere gevoe ligheid te velde geen aanbeveling verdient, het hier berekende kanon van 110 K.G. met affuit van 290 K.G. en projectiel van 5 K.G. of wel hetzelfde kanon op een affuit van 310 K.G. en met een pro- van 5,5 K.G. reeds aan v eler wenschen voldoen. Kanongewicht 110 K.G. 110 KG. Kaliber 72 m.M. 76 m.M. Rendement 280 Kgm. 260 Kgm. Projectielgewicht 5 K.G. 5,5 K.G. Lengte in kalibers 3,3 2,8 Belasting per c.M2. 123 gram. 121 gram. Aanvangssnelheid 347 M. 320 M. Gewicht drieledige affuit 310 K.G. tweeledige 290 K.G. Arbeidsvermogen van het projectiel bij V0 30.8 mt. 28.7 mt. Arbeidsvermogen per K.G. van het stuk 4.2 Kgm. 4.2 Kgm. Betreffende de hydraulische remming van het kanon merkt de inge nieur Redl op, dat ook hierbij evenzeer de affuit geremd moet worden. In het „Kruppsche Schieszbericht N°. 89" wordt medegedeeld, dat de Dl. II, 1900 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 247