222 vrije terugloop van een stuk met zulk een kanon slechts kleiner is, dan die ran een stuk met „starre" affuit. Omdat de terugstoot van het kanon over een grootere tijdsruimte verdeeld wordt, en dus het maximum arbeidsvermogen verminderd wordt, heeft de affuit minder te lijden en wordt dus duurzamer. Volgens Krupp is dezelfde grootere duurzaamheid echter evenzeer te bereiken door het gewicht van den remtoestel in de affuit te verwerken. Als nadeelen van de hydraulische remming worden opgegeven de grootere gecompliceerdheid, waardoor licht beschadigingen ontstaan, die langdurige onbruikbaarheid tengevolge kunnen hebben. Bovendien gedraagt het stuk zich onrustiger bij den terugloop. Dit moet hierdoor worden verklaard volgens het reeds genoemde „Schieszbericht" dat door den kanonterugloop eene verplaatsing van het zwaartepunt plaats vindt en reeds kort na het begin van dien terugloop de elasticiteit van de spoor uitgeput is, waardoor dus een plotselinge verandering in de beweging ontstaat, hetgeen stooten doet ontstaan, die de onrust van het stuk veroorzaken. De spoor diende daarom eerst te werken, wanneer de terugloop van het kanon ten einde was Deze beschouwingen doen den ontwerper overhellen tot de .starre" affuit. Wat nu de remming der affuit betreft, wil bij, daar de elastische spoorremmen allen het nadeel hebben, dat ze de affuit weder naar voren slingeren en dus wederom voorloopremmen noodig maken, een hydraulische spoorrem in verbinding met lichte voorhaalveeren. Hier zij de opmerking veroorloofd, dat de nadeelen van gecompli ceerdheid en kwetsbaarheid daarbij toch evenzeer gelden als bij de beperking van den terugloop van het kanon, zij het dan ook, dat de beschadiging niet de onbruikbaarheid van het stuk tengevolge behoeft te hebben. Zeker is het, dat spiraalveeren lang niet zoo gevoelig zijn voor beschadigingen en minder goede behandeling, terwijl door een zoo groot mogelijke lengte aan het naar voren slingeren tegemoet gekomen zou kunnen worden. Ten slotte is Redl nog tegen het trekken van het materieel met het oog op de constructie der naven, die dan langer zouden moeten zijn, en ook omdat eenige andere schrijvers ertegen zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 248