228 1 dier voor den kapitein. 3 dieren de sectiecommandanten. 2 trompetters. 6 stukscommandanten. 6 X 14 84draagdieren. 2 dieren voor de beredenen bij den gevechtstrein. Totaal... 98 dieren. Rekent men hier nog bij het reservematerieel en de reservedieren, waarover de batterij thans beschikt, dan moet dit getal nog vermeer derd worden met: 2 draagdieren voor de observatieladders. 6 id. id. reserveaffuiten. 10 reservedieren. 4 draagdieren voor de broko's. 2 id. id. smidse. 5 id. id. ranseldragers. Totaal29 dieren en zou de sterkte der batterij op oorlogsvoet minstens 127 dieren bedragen- Ongetwijfeld zou zulk een sterkte de beweegbaarheid en de han delbaarheid der batterij zeer schaden en hiermede mogelijk zelfs niet meer voldaan kunnen worden aan den eisch de infanterie overal te kunnen volgen. Het is toch lang niet alleen een quaestie van meer tijd een colonne van 50 dieren of een colonne van 100 dieren door een lastigen terreinstrook te brengen. Waar een sectie bijna geen moeielijkheden ondervindt, ziet men herhaaldeljjk, dat een batterij aanzienlijk oponthoud heeft. Het materieel zou dus aan een harer hoofdeischen ten eenenmale niet voldoen, ja, zelfs nog achterstaan bij het bestaande materieel, indien niet op eenvoudige wijze hierin te voorzien ware. Daar de lasten ongeveer een gelijk gewicht als de thans gebruike lijke behouden zullen, is verhooging der beweegbaarheid alleen te verwachten van vermindering der colonnelengte en deze is slechts te bereiken door vermindering van het aantal stukken tot vier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 254