229
Zoowel von Fritscb als Baumlin nemen in hun projecten een bat.
terij van 4 stukken tot grondslag hunner beschouwingen.
Terecht zal men hiertegen kunren opmerken, dat op deze wijze de
uitwerking met 1/3 verminderd wordt. Aannemende, dat per stuk bij
de grootste nauwkeurigheid 5 schoten per stuk afgegeven kunnen
worden, zal de batterij van 6 stukken 30 schoten per minuut kunnen
afvuren, terwijl de batterij van 4 stukken slechts 20 schoten bereiken
kan. Echter zal, waar in 't algemeen de uitwerking en de juistheid
van het enkele schot op den voorgrond treden en hierbij de waar
neming van het hoogste gewicht is, het zeer de vraag zijn, of het
mogelijk is, 30 of zelfs 20 schoten per minuut waar te nemen of
daarvan een algemeenen indruk te verkrijgen. De rookwolk, die de
met zoo korte tusschenpoozen springende projectielen voor en boven
het doel nalaten, zal na verloop van enkele minuten de waarneming
zoo goed als onmogelijk maken en oorzaak zijn, dat het vuur ver
traagd moet worden, wil men de kans op munitieverspilling ontloopen.
Is dus de mogeljjkheid niet uitgesloten, dat zelfs een vuursnelheid
van 20 schoten als regel niet volgehouden kan worden, en dus zelfs
van een batterij van 4 stukken nog niet de volle vuursnelheid per
stuk gevorderd wordt, dan zou hieruit volgen, dat bij een batterij van
6 stukken er minstens 2 zijn, die niet medewerken tot verhooging
der uitwerking en dus niet alleen verwijderd dienden te worden om
elders hun diensten te prestoeren, maar ook om niet meer doelen
tegenover den vijand te brengen dan noodig is.
Daar het om de uitwerking van het vuur des vijauds te verminderen
noodig is minstens 25 pas tusschenruimte tusschen de stukken te
nemen en een batterij van 6 stukken dus minstens 125 pas, eene van 4
daarentegen 75 pas of meer noodig hoeft, zal de laatste spoediger en
gemakkelijker een terrein vinden, dat zich leent om er stelling te kiezen.
Tegen de batterij van 4 stukken, die intusschen in Frankrijk reeds
bij de veldartillerie ingevoerd schijnt te zijn, wordt op bladzijde 304
Deel 1 van het Leerboek der tactiek van Hoogeboom en Pop aan
gevoerd, dat
le, zulk een batterij weinig innerlijke zelfstandigheid zal bezitten;
2e, de kanonniers op den duur de gevorderde vuursnelheid niet
zullen kunnen volhouden