240
Tan goeden invloed zijn op menschen als B, waarvan ons leger er velen telt.
Moge de schrijver binnenkort zijn talenten aanwenden om een werk
te leveren in het belang van den soldaat geschreven, waarover wij slechts
met lof kunnen spreken.
C. T.
Indische militaire belangen. Slot. De be
sprekingen van de in .De Indische Gids"
van Juli en Augustus 1899 voorkomende arti
kelen over een samensmelting van de officiers-
kaders in Nederland en in Indië. Overgedrukt
uit de Indische Gids, Mei aflevering 1900.
„Fusie und kein Ende" zal menigen „Indische Gids" lezer in de
gedachte zijn gekomen bij het opslaan van de Mei aflevering. En toch,
ten onrechte.
De zaak is van te veel gewicht, niet alleen voor het Nederlandsche
volk in Nederland, maar ook voor het Nederlandsche volk in Indië, dan
dat niet elke nieuwe beschouwing, elke ernstige bespreking der overwe
ging waard is. Zij, in wier handen het opperbestuur de moeilijke taak
stelde het vraagstuk der fusie in behandeling te nemen, zullen, naar wij
meenen, iedere voorlichting, hetzij van voor-, hetzij van tegenstander,
aanvaarden; aan ons blijft het, datgene wat lezenswaardig daaromtrent
het licht ziet, met aandacht te volgen.
Hoe men over het fusie vraagstuk moge denken, lezenswaardig is zeer
zeker het artikel, aan het hoofd van deze beschouwing genoemd, waar
in enkele argumenten, tegen hem aangevoerd, in nadere beschou
wing neemt. Het treft ons bij de lezing al dadelijk hoe gematigd de toon
van het stuk is in vergelijking met dien van vorige artikelen; is dit een
gevolg van het feit, dat het hier thans niet geldt het verdedigen van een
standpunt, of wel zag in, dat hij, door heftige uitdrukkingen en
ingewikkelde zinswendingen het zich zelf en zijn lezers lastig maakte.
Hoe het zij, wij constateeren het met genoegen, dat eene kleine uitval
aan het slot van zijn artikel uitgezonderd - de scherpte, welke vroegere
opstellen kenmerkte, nagenoeg geheel is vermeden en daardoor aan zaak-
rijkdom en leesbaarheid is gewonnen.
begint zijne verhandeling met een betoog ten voordeele van de
militaire zelfstandigheid van Indië, zoo wel om redenen van buitenland-
sche als van binnenlandsche politiek; hij vindt daarin steun in hetgeen
thans in Zuid-Afrika voorvalt. Hij acht het onverantwoordelijk om, nu
de in Indië blijvende Indo-Europeesche bevolking zich steeds uitbreidt,
daarheen alleen fusiemannen te zenden. Wij meenen in verband hier-