"V ARIA.
Het nieuwe Fransche veldgeschut.
Over veranderingen in de samenstelling der batterijen schreef „Le
Temps' dd. 19 Februari 1900: „De Minister van Oorlog heeft de vol
gende door de invoering van het nieuwe 75 m.M. veldgeschut noodza
kelijk geworden wijziging in de samenstelling eener veldbatterij goedge
keurd: In de plaats van den „sous-chef artificier" (vuurwerker) komt
een „sous-chef mecanicien" (werktuigkundige, machinist); de vijf „arti
ficers worden door vier „maitres-pointeurs" en een „maitre-ouvrier en
fer vervangen; een der beide „ouvriers en bois" vervalt."
Deze beschikking is een nieuw bewijs voor de alles behalve eenvou
dige samenstelling misschien zelfs ongeschiktheid voor veldgebruik
van het nieuwe Fransche snelvuurgeschut. De Fransche pers zelve heeft
daarop reeds vroeger gewezen; op zeer duidelijke wijze o. a. de „Lyon
Eépublicain" als volgt: „De hydropneumatische rem heeft een groot na
deel, nl. dat bij het geringste ongeval herstelling op de plaats zelve
onmogelijk is, maar dat de geheele rem naar Bourges moet worden ge
zonden. Gedurende vredesmanoeuvres beteekent dat niet veel, maar voor
oorlogsgebruik en daartoe zijn toch alle kanonnen bestemd vallen de
gebreken eener dergelijke inrichting zeer in het oog. Er zou wel een
gemakkelijk middel zijn om ze af te wenden, nl. bij iedere batterij een
zeker aantal ijzerwerkers of dergelijke werklieden in te deelen, die de
werktuigen en gereedschappen noodig voor de herstelling der remtoe-
stellen kunnen hanteeren."
Aan dit verlangen schijnt nu de minister door bovenaangehaalde circu
laire voldaan te hebben. Uit den letterlijken inhoud ervan maakt „Le
Progrès Militaire" van 28 Februari 1900 de gevolgtrekking, dat Frankrijk
tot de sterkte van 4 stukken per batterij besloten heeft, want de nieuwe
formatie telt 4 „maitres-pointeurs". Men zou hiertegen kunnen aan
voeren, dat men volgens de vorige formatie bij eene batterij van zes
stukken vijf „artifieiers" telde en dus het aantal der „maitres-pointeurs"
evenmin met dat der stukken behoeft overeen te komen; doch eene noot
der circulaire neemt allen twijfel dienaangaande weg. Het heet nl., dat
deze indeeling den „maitres-pointeurs" eene met het gewicht hunner ver
richtingen overeenkomende positie geeft, welke hen na het uitvallen van
een onderofficier ook daadwerkelijk tot het overnemen van het commando