259 December, welke datum door den bevelhebber voor den aanval was vastgesteld. In den ochtend van dien dag brak de geheele macht uit Chieveley op. Links marcheerde de brigade Hart, rechts de brigade Hildyard. De eerste zou de Westelijke drift, de tweede de Oosteljjke drift trachten te bereiken. Van omstandigheden zou afhangen welke der beide bri gades op den anderen oever zou overgaan. De afstand tusschen deze brigades bedroeg 2 K.M. De brigade Lyttleton rukte tusschen de beide bovenvermelde bri gades op en zou de brigade, die den overtocht het eerst ondernam, steunen. De vierde brigade, Barton, werd met de cavalerie onder Dundonald in reserve gehouden. Gesteund door het vuur uit 4 marinekanonnen, en eene veldbatterij nabij Chieveley opgesteld, ging het voorwaarts op de rivier aan. De linkerbrigade, die evenals de rechter vergezeld was door twee veldbatterijen, was op eenige honderden meters van haar object genaderd toen zij plotseling een kruisvuur kreeg, dat haar tot staan bracht. Zij viel terug, trachtte, na versterking van het centrum ontvangen te hebben, nogmaals op te rukken maar moest, nadat hare artillerie door gebrek aan munitie tot zwijgen was gebracht, van eene derde onderneming afzien en zooveel mogelijk in het terrein beschutting zoeken tegen het vuur. Inmiddels, het was toen omstreeks 7 uur, had Hildyard zich in Colenso weten te nestelen, doch was evenmin als Hart bij machte verder te gaan. Nu rende de nog beschikbare artillerie, 2 batterijen, voorgegaan door den artillerie-commandant, kolonel Long, naar het front tot 550 M. van de rivier. Deze ondoordachte handeling bracht de beslissing aan. Binnen weinige oogenblikken was zoowel de bedie ning als de bespanning neergelegd en ondanks de heldhaftigste po gingen daartoe gedaan, was het onmogelijk de batterijen te redden. Slechts 2 stukken keerden terug. Dundonald, die met zijne cavalerie en gevolgd door de brigade Barton eene poging deed om den Inhla- weberg te vermeesteren, teneinde van dat punt den terugtocht met flankvuur te dekken, slaagde hier niet in.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 289