275 de Doornkloof een veldstuk en een Maxim. De artillerie der Engel- schen overtrof die der federalen vele malen in aantal, was echter daar aan inferieur wat het veldgeschut betreft, terwijl de marinekanonnen door hunne opstelling op den Aliceberg te ver van de stellingen der federalen verwijderd waren om van het ballistisch vermogen behoorlijk te kunnen profiteeren. In den namiddag van den 6en beproefden de Boeren de positie op den Yaalkrans te hernemen. Zjj openden daartoe vooraf het uit zicht door het in brandsteken van het gras en het laag struikgewas, op de strook, die hen van de Britsche positie scheidde. Yervolgens werd onder bescherming van het vuur uit de veldstukken opgerukt en de stelling hernomen. Niet lang bleef men echter in het bezit ervan, wijl de brigade Lyttleton versterkt werd met die onder Hild- yard, waardoor de Boeren nogmaals Yaalkrans moesten ontruimen. Den 7en wilde Bulier eene krachtige poging doen om door de stel ling heen te breken. Teneinde een zoo groot mogelijken druk te kunnen uitoefenen, kreeg Barton, die tegenover Colenso stond, dien dag den last mede te werken tot bereiking van het doel. Deze rukte in den ochtend met 2000 man en 4 stukken geschut voorafgegaan door een gepantserden trein tot de brug op, maar werd door Lucas Meijer zoo hartelijk ontvangen, dat hij in den middag tot teruggaan moest besluiten. Aan de Opper Toegela, waar Louis Botha den 6en weder het bevel op zich genomen had en de artillerie der Boeren inmiddels belangrijk versterkt was gewordeD, maakte het bij Doornkloof opgestelde ge schut, w. o. 2 Creu80ts, het den Engelschen volstrekt onmogelijk naar het Noorden op te rukken. Bulier, die 3000 man rekende te zullen verliezen als hij volstrekt zich een doortocht banen wilde, begreep dat hem alsdan te weinig macht resten zou om naar Ladysmith op te rukken. Hij besloot daarom in den namiddag zich op den Zuidelijken oever terug te trek ken en van verdere pogingen om de stelling aan de Opper Toegela te forceeren af te zien. 's Avonds werden de voertuigen overgebracht, 's nachts gevolgd door de infanterie op den Yaalkrans. Deze was het voortdurend zeer warm gemaakt door het geschutvuur van Doornkloof. Den 8en werd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 305