279
keer toe de tweede linie hadden veroverd, het veld ruimen. De bezet
ting had den Platrand behouden.
Hoewel de verliezen der Boeren buitengewoon groot mogen heeteo,
n.l. 135 dooden en gewonden, vergeleken bij andere gelegenheden,
blijkt uit den strijd om den Platrand, dat zij ook als aanvallers zeer
benijdenswaardige eigenschappen bezitten. De aanval, of liever de
herhaalde aanvallen werden uitgevoerd zonder voorbereiding en mede
werking van geschut, meermalen kwam het tot een handgemeen,
waarin de Boeren bepaald, bij gemis aan houw- of stootwapen, tegen
over de Britten in het nadeel waren, en toch kostte het behouden
der stelling den verdedigers 40 officieren en 380 minderen aan gesneu
velden en gekwetsten. Mag het gewaagd heeten de onderstelling
uit te spreken, dat de Boeren den Platrand zouden hebben schoon
geveegd als zij toen hadden beschikt over een bajonet op hun Mauser
en in het gebiuik daarvan bedreven waren geweest?
De 6e Januari was geen gelukkige dag voor de federalen. De
onderneming mocht mislukt heeten, maar wat 't ergste was, de mis
lukking was in hoofdzaak te wijten aan gebrek aan samenwerking.
Terwijl de Platrand getuigen kon van schoone daden van moed, werd
de strijd ten Noorden en ten Oosten van de stad niet krachtig door
gevoerd en was het White mogelijk de bezetting der schansen in
het Zuidwesten te versterken.
Den 7en werden de gevechten, die 's avonds te voren omstreeks
half acht waren afgebroken, hervat doch niet ernstig doorgezet.
Dit valt te betreuren, want er bestond veel kans, dat het door
ontbering en ziekte uitgeputte garnizoen den strijd had moeten opgeven.
Dat White omstreeks 1 uur in den middag van den 6en aan Buller
heliografeerde, dat hij een hernieuwden aanval vreesde en dat hij
zeer in het naauw zat, bewijst wel dat hij, de man die zich zoo lang
kranig had weten staande te houden, geen vertrouwen meer had in
den toestand zooals deze op dat uur hem toescheen.
Generaal Buller scheen den 6en geen voldoende troepen beschik
baar te hebben om door eene krachtige demonstratie aan het benarde
garnizoen eenige verlichting te schenken. Wel heette het, dat Clery
met eene divisie tot aan den oever der Toegela zou zijn getrokken,
doch inderdaad was de macht, die dien dag naar Colenso oprukte,