18
Wel is waar mag verwacht worden, dat hetgeen hier en daar in
tijdschriften, dagbladen, enz. daarvan werd aangeteekend door velen
gelezen werd, maar niet allen in Indië zijn daartoe in staat en juist
wijl de gebeurtenissen in deze dagen innig verband houden met wat
vroeger voorviel, is het wel van belang een afgerond, zij 't ook zeer
beknopt, geschiedkunding overzicht van Zuid-Afrika te geven.
Met het oog op de lange en moeiljjke reis naar Indië om de
Kaap de Goede Hoop kwam het der O. I. Compagnie noodig voor
in het Zuiden van Afrika eene factorij te stichten, waardoor de
schepen gelegenheid zouden vinden op die reis desgewenscht een
vluchthaven binnen te loopen, voorraden aan te vullen of herstel
lingen te doen. Zoo verrees in 1602 aan de Kaap eene Hollandsche
kolonie. In weerwil van verleidelijke voorstellen door de Com
pagnie gedaan om tal van huisgezinnen tot landverhuizing te ver
lokken, ging het daarmede niet vlot, hetgeen veilig mag worden
toegeschreven aan de gunstige sociale toestanden, waarin zich onze
gewesten destijds mochten verheugen. Tot bloei kwam de kolonie
niet en het beheer der Compagnie was weinig geschikt om welvaart
te scheppen. De kolonie gaf slechts zijdelingsche voordeelen en de
Compagnie streefde alleen naar directe, hetgeen niet belette, dat ons
op de schoolbanken een ontzettend hoog denkbeeld werd gegeven
van den ondernemingsgeest onzer vaderen.
Door de opheffing van het Edict van Nantes (1684) zagen zich
vele Franschen gedwongen hun vaderland te verlaten om elders
geloofsvrijheid te vinden. Een aantal dier uitgewekenen vestigde
zich in de Kaapkolonie, sloot zich aan bij de Hollandsche kolonisten
en loste zich in hen op.
Den 16eu. September 1795 ging de kolonie in Engelsche handen
over, werd ons bij den vrede van Amiens in 1802 teruggeven, maar
werd weinige jaren later (1806) wederom Engelsch om dit tot heden
te blijven. Wel gewaagt de geschiedenis van een aan de Engelschen
verkoopen der kolonie in 1814 door Willem I, maar dit is minder
juist. De som, door de Engelschen ons uitgekeerd, was minder een
koopsom dan wel eene schadeloosstelling, die wij gedwongen waren
aan te nemen.